42 6 B E S C H R * V I N G D E K
IV. tegen *t Kolyk en andere Kwaaien, in hooger
'Afd e e l . gj.a ac j ^ Welke inzonderheid in de daar van ge-
H ooed" deftilleerde Olie uitmunten. Het behoort, met
stu k. veei reg t j tot de Vier Groote verwarmende Zaa-,
Tweivjy. ^ ^ in verfcheide Winkelbereidingen der
Apotheeken.
Die van Maltha noemen dit Kruid Zoete Ko»
myn , en hebben dan nog een ander, ’t welk
z y Zoete Anys hecten, als zynde wat zagter van
Smaak. Dit laatfte, dat fommigen Komyn noemen
, heeft de Zaadjes ronder en kleiner. Dee-
ze Soort van Anys wordt op het Eiland Maltha ,
tot gebruik en tot den Uitvoer , in menigte geteeld.
vr. (6) Bevernel met de Bloemfteeltjes tegen de
r‘" Ptma Bladen over, die tweemaal in drieën gedeeld
Gegaffelde. zyn, met Vliezig gewiekte Steelen.
In Spanje groeit deeze Soort, die een Plantje
is van maar een half Voet hoogte, zeerTak-
kig, met de onderfte Blaadjes driedubbeld drievoudig
, de bovenften zeer fmal. Overvloedig is
het getal der Kroontjes, welken ’t zelve draagt.
vit ( 7 ) Bevernel die zeer klein i s , met talrykefa-
Dioics. menge [lelde en enkelde Kroontjes.
Tweehui- Dee-
(fi) Pimpinella Pedunculis oppoGtifoIiis,FoI. Floriferiä bitlis
fidis, Pctiolis Alato - Membranaceis. Mant. SS.
(7) Pimpinella purnila , Umbelli! numeiofisfimis &c. JACQ*
JTini. 227. Auftr. T. z%. Mant. SJ7- Sefeli punjllutn. 5/ .
Plant. 373. Fogniailum montan#« pumüiun. Clu». Hiß.
11. p, 200.
-KKOON' t jES-KRBÏDÉtri 227
Deeze in Ooftenryk, als ook in Provence, IW
wild groei jende , is maar een Handbreed hoog, AFyjEL*
en geheel bezet met Kroontjes. Hier van komen Hoofd-
Plantjes voor met enkel Mannelyke en onvrugt-STÜK*
bèare Bloemen, doch de Wyfjes - Planten heb-
ben dikwils ook Meeldraadjes.
A p i d m . Eppe.'
Dit Geflagt heeft een Eyronde geftreepte
VrUgt; een eenbladig Omwindzel en egaale
Bloemblaadjes. Het bevat maar twee eigently*
ke Soorten, die zeer bekend zyn , naamelyk
(O Eppe met de Stengbladen Liniaal en zeef i,
kleine Omwindzeltjes. jjrof“ii*u»ï*
_ 1 ■ ' Peteifelie,
r Dit Kruid wordt, onder den naam van Peter-
felie, in ’tFranfch Perjil, in 't Engelfch Pars-
ley , in ’t Hoogduitfch Peterfilge, in Europa ,
overal in de Moeshoven geteeld , zelfs in de
Zuidelyke deden, daar het, op fommige plaat-
fen wild o f inlandfch geworden i s , door ’t ge-
ftrooide Zaad. Op ’t Eiland van Sardinië groeit
het aan de Bronnen en Waterbeeken.
De
(1 ) Apium Fol. Caulinis Linearibus, Involucellis ïttinutis.
Sjfl. Nat, XII. Gen. 354- P- 217. Veg. XIII. Gen. 367. p.
j* l . Mat. Mei. 'tzy. H. Gif. Ups. R. Lugdb. n s . Apium
Hbrtanfe Petrofelinum vutgo. C. B. Pin. i j s . Tourne. lnft,
805. Apium Hortenfe. DOD. Pempt. 694. C. Apiam vel Ps«
Kofelinum crispum. G. | , Pin. 153, .
P 2
Dm., yiu, stvb»