]V. wys’ omgebcogen. ’t Gehecle Gewas is effen
ArpEBL. niet eenvoudige ronde Stengetjes, die byna op
Hoofd- den Grond leggen. De Bladen klimmen op : de
stu k . Bloemen zyn blaauw en niet, klein. Het groeit
r yfv?y- 0p ooftenrykfe Bergen.
x, (io ) Vhfch met geronde ftompe Kelken, en L ij
r Z Z m “ ' niaale fpitfe regtachtige Bladen.
Ooiienïj
ks- Van dit Neder-Ooftenrykfe Vlafch, dat op
den Kalenberg en anderen groeit, zyn de Stengen
korter dan in \ gewoone, de Bladen ver-
fpreid; de Bloemen voor ’t bloeijen knikkende;
dc Kelken Eyrond, ftomp.
xi. (T i ) Vlafch met fpitfe Kelken overhoeks, de
Virginia- Zaadhuisjesftomp; een Draadachtige Pluim ;
vTgimfch. Lancetvormige over hoekje Bladen; de Wor-,
teibladen Eyrond.
In Virginie en Pcnfylvanie groeit deeze Soort,;
die geele Bloemen heeft, ongevaar een Voet
hoog.
xn. (12 ) Vlafch met byna Zaagtandige ' ruwwe»
Wtnvum., Lan-
Ceel.
(10) Linum C?l. rotumj. obtufis Stc. Lin, fylv. anguflif.
F©!, rarioribus. C. B. Pin. 214- Lin- fylveÖre fecundum,
TAEKKN- .te. 8 12. Mant. 359- KRAM. Auflr. %7.
( l i j Linurn Calycibus acutis alteinis &c. Lin. RamisFo-
liisque alternis Sec. GltoN. Vtrg. » , 4*.
(] 2J Linum, Calycibus fubferrato - fcabris Scc. Mant. 3 ff«,
lin, fylv. latifol. luteum. C, B. Pin. 414, Linum latif.
luteum.' j , B. jPJSfl. 1H, p. 45*-. P§T- tert, latifol. Clvs.,
m . 1. p. 317. Paan. 301. Kram, Auflr, *7. Mant, 3(9^
.Lancetvormige naauwlyks gefteelde Kelken: IV.'
in een Pluim van gegaffelde Takken- afdeêl
Hoofd-
Decze heeft , aan de Blaadjes, wederzyds ,TUK.
een Stip : de Kelk is hoekig: de Bloemblaadjes
zyn geel met Saffraankleurige Streepen. Den,a‘
Groeiplaats is in Ooftenryk,KarnioIie,Langue-
dok en elders, -
(13) Vlafch met Elsvormige Kelken en Lan- xirr.
cetvormige geftrekte gefpitftt Bladen, dié,
aan de kanten ruuw zyn. Geftrekt.
In LaDguedok , Spanje en op Sicilië, groeit
dit Kruid, dat tot het Steenzaad is betrokken
geweest door C. B a o h i n ü s . ’ c Gelykt inderdaad
niet weinig naar hetzelve, volgens de Afbeelding
van de Pasferina met Vlafehkruid - Bladen
by L o e E l , welke door J. B a u h i n u s
is aangehaald. De Bloemen zyn Tuilachtig vergaard
: de Kelken eens zo lang als het Zaadhuisje
, daar in vervat. .
(14) Vlafch met Liniaale fpitfe ruuwe Bladen xrv.
en laag Heefterige Stengen.
In Heefterig.
C13) Linum Calycibus Subulatis Sec. Lin. Fol. afperis &c.
MAGN. Monsp. 164. Gquan. 159. Gkr. Prov. 421. Lithosp.
Linarix folio Monspel. C. B. Pin. 239. Pasferina Lobelii.
J, B. Hifi. III, p- 455. Pasferina Linatix folio. Lob. Ic.
4n -
( 14) Linum Fpl. linearibus acutis fèabris &c. Linum an-
güftifblium Fmticofum Valentinum. Toubnf. lr.fi• 340.
S 5
Peel. VIII, Stuk,