IV. Drie Afbeeldingen van dergelyke Kaapfe
Afdbel. p iantjes} die éen Bolaehtigen Wortel hebben,
Hoofd- door den Hoogleeraar J. Burmannüs ,zyn hier
stuk. t’huisgebragt. De Bloemen waren in allen geel.
vi. (6 ) Klaver-Zuuring m et een Kroondraagende
yioiacea S ten g , drievoudige Jlomp H artvorm ige
violette. B laden en de K elken E eltig gepunt.
Naar de volgende Soort gelykt d e e z e , die ia
Noord-Amerika groeit, vry v e e l ; inzonderheid
wat de Bloemen aangaat, maar de Blaadjes ver-
fchillen aanmerkelyk. D e Wortels beftaan uit
verfclieide Schilfers als die der L e liën , en ’ t is
" zonderling, dat dit Kruidje op zyne Stengetjes
Bolletjes draagt. Het fchynt, volgens B a h 1*
s t e r , zeer -zuurfappig te zyn.
vn. ( 7 ) K la ver-Zü u rin g m et een Kroondraagende
Langfteeit- S ten g ,d e Bladen drievoudig byna in tweeën
fte> g ed eeld , en aan de Tippen van onderen
E e ltig .
D e twee Afrikaanfche Plantjes, uit hét Werk
van
fis Afr. Bulbofa. &c. Burm. Afr. T. 27. f. 4 , s Sc T. 30«
F. 1.
(6) Oxalis Scapo Umbellifero &c. Oxalis Caule aphyllo
ïlore purpure*. GROM. Firg. 161 , 71- Oxys purpurea Vif-
giniana Rad. Lilii modo nucleata &c. Pluk. Alm. 474. T.
102 , f. 4- Tiifolium acetofisfimurn. BAN. Cat. Stirf.
Virg.
(7) Oxalis Scapo Umbellifero &c. M11.L. Ie. 195. f. I.
Oxalis Bulbofa pentaphylla et hcxaphyHa. &c. BUEM. Afr. io<
T. 2$. & T. 23. f. 3.
I f
van den Heer Burmannus hier aangehaald, IV.
verfchillen niet alleen in de W o r te l, maar ook
in de figuur der B laadjes, die in de eene moog- Boofp-
ivk de gedaante van een Geitenpoot zouden iliUK'
J ■ ° - ' - . , Ptntary*
kunnen hebben; doch z y komen in de langte„ ia.
der Bloemftengetjes overeen. D e Bloemen zyü
geel en groot: het L o o f is zuur.
(8) Klaver-Zuuring met eene Kroondraagende
Steng en gevinde Bladen. fitiva. 0 Gevoelige.
D it Kruidje, zeer onvolkomen afgebeeld door
Z a h o b i , is reeds bekend geweest aan C l u-
s i u s , diedeszelfs wonderbaare Eigenfchappen
befchryft. Het groeit op C e y lon , aan de Ku st
van Malabar en in andere deelen van Oostindie ;
gelyk ik eenigen daar van , gedroogd, van Java
heb bekomen. Uit den Wortel fchiet een
Stengetje, van een Handbreed o f op ’ c hoogde
een;. Span lang , ’t welk een Kroon draagt van
Bladfteelen , met twaalf o f veertien paar Vin-
blaadjes , n'aar die der Tamaryn o f Lombartfe
Linfen gelykende. Uit die zelfde Kroon komen
de Bloemfleeltjes vo o r t , weinig langer zynde
dan
(») Oxalis Scapo Umbell. Fol. pinnatis. Fi. Zeyl. iso.
Oxyoides Malab. fenfitiva. GARC. Phil. 'Trans. 1730. p.
379» T . 2. Herba Mimofa Malabatenfiunn. ZAn. Hifi. 199.
T. 6i- Hctba fentiens. RumPH. Amb. V. p. 301. T. 104.
f. 2. Herba vnra. C lus. Exot. 290. Herba viva Fol. Foly-
podii. C. B. Pin. 2j9. Todda Vaddi. Hort. Mal. IX. p. 33«
T. 19. BURM. Fl. Ind. p. 107. !
Tt a
ö, DIKL. VIII. STUS.
1f
e g t
• M
p s i i i l
mm