ÏV. blaadjes korter en breeder en aan het Bloem-
v**L' Rengetje langer fmaller Blaadjes, met een klei-
Ho o ïo - nere Bloem. Zodanig een Plantje heb ik van de
stu k . Kaap bekomen ; zo wel als van het Grootblöe-
PVwvv
iSe. 7 mige; ’t welk ik, omdat van de Wortelbladen
door de Heeren B d r m m n d s en B r e y n
geen gewag gemaakt en flegts enkele Takjes af-
gebeeld worden; als ook wegens een aanmerke-
lyke verfchillendheid,in fommige opzigten; hier
op PI. X L VI. Fig. a , in de Natuurlyke grootte
afgebeeld, mededeel.
iL. xLvi. Dit Plantje heeft veele fyne roode Worteltjes,
2‘ byna zo lang als de Bladen , die aan den Stoel
in ’t ronde uitfchieten , van een Stroobreed aan
’c begin allengs verfmallende en in zeer fyne
puntjes uitloopende. Op de zyden zyn deeze
Blaadjes over de geheele langte, eveneens als
in het gewoone Zonnedaauw, met Knopjes ge-
haaird. Het Stengetje, uit het midden voortkomende
, is wit-Wollig en bezet met dergelyke
Blaadjes , uit wier Oxelen hetzelve Bloempjes
uitgeefc, wier getal hier, met het endelingfe,
drie is. Deeze Bloempjes beftaan ieder uit een
Kelk van vy f dergelyke met Knopjes gehaairde
Blaadjes, byna even zo lang als de Bloemblaadjes,
en zeer puntig, zo dat de uitgefpreide Kelk
zig gelyk een Ster vertoont. De Bloemblaadjes
zyn aan ’t end rond en roodachtig van Kleur.
V y f Meeldraadjes omringen den Stamper, die
een langwerpig rond Lighaam heeft of Vrugtbe-
ginzel, waar op een enkel dun Styltje met een
klein
klein Knopje als Stempel. De Meelknopjes zyn IV.
zo lang als de Meeldraadjes. Z y beftaan ieder
uit twee Rolronde deden, nevens malkander, Hoofd-
roódachtig van Kleur, doch die aan ’t onderend,Tüff*
een zwart rond Schyfje hebben , waar in het nid.‘ntasy'
puntje van het Meeldraadje fteekt, daar zy
waarfchynlyk zig op beweegen of draaijen, gelyk
men dit in eenige andere Bloemen waarneemt.
In de vergroote Bloem , by A> .en daar ne-
.vens, by q , is dit blykbaar.
Niettegenftaande de overeenkomst der gedaante
met de Soorten van dit Geflagt, beken ik ,
heeft in die Plantje een aanmerkelyk verfchil
plaats; doordien het geen v y f Stylen en zeer
groote Meelknopjes h e e ft: dus zou het nader
met het Geflagt van Roridula overeenkomen ,
maar het kan tot de voorheen befchreevene eenig-
fte Soort daar van * niet betrokken worden, als * Bja(Jz
geen|Heefter, noch Heeftertje zyndc, gelyk deSsi- in c
Heer N. L . B ü r m a n b d s ’er van zegt; hoe STUK'
zeer ook de Deelen der Vrugtmaaking gelyken
mogen. Zy worden, in bet GrootbloemigeZonnedaauw
, thans, door den Ridder aldus befchree-
ven.
„ De bodem van de Bloem is zwart. ' De
„ Meeldraadjes zyn zwart , van langte als de
,, Kelk: de Meelknopjes Hartvormig geel; de
,, Stamper zwart. Hèt Vrugtbeginzel is Eyrond ,
, , en aan hetzelve zitten rondom den top, niet
„ op denzelyen, y y f zwarte Stylen, van langte
T 3
II. Dml* viii. Stuk.
yy «V