IV. Gemeen Scheels Oogen zegt de Heer d e
ArnïEL. G o r t e r .
XI«
H O O F D » , • 7)7 J
» t u k . (7 ) Hoornbloem met Lancetvormige Bladen ,
vn. ten gegaffelde zeer Takkige Steng en opdicbeto
Jtaande Zcicidhiiisjes,
mum*
Cegaffdd. £)eeze groeit in Spanje onder ’ t Koorn. Men
vindtze Gehoornd Muur door C l d s i o s
genoemd en afgebeeld. Het is een ruig Plantje,
dat aldaar in ’t wilde maar een Handbreed hoog
groeit, hebbende kleine witte Bloempjes, waar
op gehoornde Zaadhuisjes volgen , die naar
Haanefpooren gelyken, zo hy aanmerkt.
vnn (8) Hoornbloem met Eyrond - Lancetvormige
Bladen , een verdeelde Steng en lang-
Aiptfch. wtrplge Zaadhuisjes.
Men vindt deeze Soort in de Noordelyke
deelen van Europa, als ook in EDgeland, op
de Gebergten.
* * Met
(■ 7) Ceraßium F o l . L a n e e o la t i s & c . R . Lugdb. 4 5 0 . N .
4. M y o f o t i s H is p . S e g e tu m . T o u n N F . Infi. 2 4 s - L y c h n i s
S e g e t u m m in o r . C . B . Pin. 2 0 4 . A l f in e c o r n i c u la t a . C l u s .
Hiß. I I . p . 184- P A N N . Ic. p . 41« .
( 8 ) Ceraßium F o l . O v a t o - L a n c e o l . C a u l e d iv i fo & c . Ft.
guec. R . Lugdb. 4 5 1 . N . 8. C a i y o p h . H o lo f t . A lp . la t i f o l iu s .
O e d . Dan. T . 6 . A l f in e M y o f o t i s fa c ie &ct R a j . Angl. I I I .
p. 34s- T- 15. (• 3.
* * Met rondachtige Zaadhuisjes. IV.’
A fdeel.
(9) Hoornbloem met Lancetvormige Bladen, XI*
Takkige Bloemfleeltjes en rondachtige Zaad- ST^ D"
huisjes. ix.
Ceraßium
In Italië en Vrankryk groeit deeze , 'die «?«>»•
men in Languedok Muizen - Oor noemt, volgens
G o u A n. Het is de Kruipende gryze Lych-
nis, welke V a i l l a u t onder den naam van
Akker - Muizen -Oor met Varkensgras Bladen
in Afbeelding heeft gebragt.
(10) Hoornbloem met Liniaale gefpitfte glad- " x.
de Bladen, eenbloemige Bloemfleeltjes, die G e fS t
eenigermaate Wollig zyn en Klootrond$
Zaadhuisjes.
Op de Switzerfche Alpen , zo wel als op
die van Ooftenryk , groeit deeze , welke door
den Heer H a l l e r zeer fraay in Afbeelding
is gebragt. S c h e u c h z e r hadt ze eerst gevonden.
( 1 1 ) Hoorn-
(p) Ceraßium Fol. Laneeolatis &c. R, Lugdb, 450. N. 2.
G O U A n Mtnsp. 1 2 4 . M y o f o t i s A r v e n f i s P o l y g o n i f o l io . V a i l l .
Par, T . 30. f . s- O c ym o id e s L y c h n i t i s r e p ta n t e R a d i c e .
C o l . Phytcb. 1 1 5 . T . 3 1 . L y c h n i s in c a n a r e p e n s . C . E .
Pin. 20 5 .
( 1 0 ) Ceraftium F o l . L in e a r ib u s a c u m ’ n a t i s g la b r is & c .
A l f in e A lp in a fu b h i r fu ta L in a r i z f o l io . S c h e u c h Z . A lt . I I .
T . 1 3 0 . C a r y o p h . H o lo f t e u s A lp in u s & c . B u r s . X I . 1 1 3 .
Myofotis Caule hiifiito. HALL. lUlv. 384. T. 5.