IV, land, Red Batchelors' Buttons, o f Roode Kan*
didaats Knoopcn gety teld, zegt R a y . De wie-
H o o f d - te is niet minder fraay. Beiden zoudenze, on,-
*TUK* der alle de Lychnis - Soorten , best den naanj
van Vrouwe - Roosjes verdienen. In ’t Neer-
duitfeh wordenze Jenettekens geheten, zoDq -
DONéus aanmerkt. De Italiaanen.Spaanfchen
en Franfchen, noemenze Wilde Bafilicum, maat
de Duitfchers , Je langer je freundlicher, Lied?
•sveiehy JValckenkraut of IFïederjlosf, zo, fommi-
gen aantekenen. Men vindtze ook met dubbelde
groene Bloemen, doch .zeer zeldzaam.
VIIT (8) Lychfiis met opgeblazen Kelken, de Bloem-
Zycbnis blaadjes korter , de Steng bykans eenblot-
Sieinbioe-. mlg> de Bloem twqejlagtig.
Wige.
Nergens, dan in de Noordelyke Landen, is
deeze waargenomen, en wegens de zeldzaamheid
door den Ridder afgebeeld , zo a!s zyn Ed.
dezelve gevonden hadt op de Laplandfche Alpen.'
Hier was de Steng eenbloemig , doch in
Siberie heeft menze veelbloemig gevonden. Zyn
E'd. kende naauwlyks eenige Plant, wier Bloem
de deelen der Vrugtmaakinge dus binnen een
Klootronden Kelk beflooten hadt. Om die reden
was zy ook betrokken tot het Geflagt van
Blaaskelk; doch naderhand, dewyl zv v y f Sty-
k o heeft, daar van afgezonderd. De Bloemen
zyn
(s') Zycbnis C i l y c e in f ja to , C o r o l l l C a l y c e b r e v io r e Sec,
C u e u b a lu s C a o l e f im p f ic is f im o & c . Fl. Suee. 361 , 4 1 2 . O o ,
gub,. C a ü l e f im p l. u n i f lo jo . Fh. L$pp. r8i. T . i a . f . I .
zvn altoos met Mannelyke en Vrouwelyke dee- IV*
, ■ A F D E E L , len voorzien. Xi.
, , H o o f d »
C e r a s t i ü m . Hoornbloem. s t u k .
De Kelk is vyfbladig met tweedeelige Bloem- rL T "^
blaadjes, en het Zaadhuisje eenhokkig Hoorn-
öchtig, aan den top gaapende, in dit Geflagt,
’t welk zestien Soorten, meest Europifche, be.
vat, waar van fommigen de Zaadhuisjes langwerpig
, anderen rondachtig hebben , als volgt.
* Met langwerpige Zaadhuisjes. j,
Ceraflium
( 1 ) Hoornbloem met famengegroeide Bladen. £ £ olia‘
Pootbla-
In Griekenland nam dé vermaarde T o o r n E - dig.
f o r t deeze waar , en verzamelde daar van
het Zaad, ’t welk in de Europifche Kruidhoven
is gezaaid en voortgeteeld. Z y gelykt in Gewas
zeer naar het Weidlandig Zeepkruid en fchiet
Stengetjes van e?en of anderhalf Voet hoog, die
pp den top vergaarde Kelken hebben, met kleine
witte Bloemblaadjes en daar op volgt een
langwerpig Zaadhuisje, dat met Puntjes gaapt,
gelyk die der Anjelieren. Het Zaad is bruin ,
rimpelig en Niervormig. In Rusland groeit dee»
ze ook, zegt de Ridder,
(2 ) Hoorn»
f ] ) Cerafiivm F o l i is c o n n a t is , Sy/l. Nat. X I I . G e n . ?8ï .
p. 32e. Neg. X I I I . G e n . $8J. p. 362. H. Clif. 173. Ups.
115. R, Lstgdb, 4S0. Myofotis Oriënt, perfoliata Lychnid;i
folio. TOOJRNF. Cor. 18, D l L L . Eltb. 29$. T . 217. f.
V v 5
I I . D e e l . V IU - S t u k .