Afdee ^ Dondcrbaard met kamhadirige Bidden en
x ii, Klootronde Afzetzels.
H o o f d s
t u k , Waar in verfchilt dit (vraagt H a l l e e)
iv. van het Gemeene Donderbaard t is het door-
vTTgiL dien de Bloemblaadjes groenachtig wit zyn , in
Kiootbia- de andere bleek Roozekleurig ? M o r i s on
dig. merkt aan; dat tusfchen de Bladen kleine Bolletjes
voortkomen , die van ze lf af vallen, in
den Grond Wortel fchieten, en de Soort dus
voortplantem J. B a u h i n u s heeft de Afbeelding
van L o B E L ontleend, die het aanzag voor
eene Verfcheidenheid, door kweeking in de
Hoven ontdaan. De Heer j ACQuiNzegt , dat
het maar zes Meeldraadjes en zes Stampers
h e e ft, ’t welk een weezentlyk verfchilzou zyn.
• C 5 ) Donderbaard dat de Bladen mei Haait Aracbnoi- , .
dcum. doorweven heeft en Klootronde Afzetzels.
spinneweubig.
Deeze, die wegens de Draaden, met welken
de Bladen als famengeweven zyn , zeer byzonder
(4) Simpervivam Fol. cüiatis, propaginibiis globofis. Sein*
peivi Fol. R a d . in globutn congefti» & c . H. Cliff. 18 0 . R .
Lugdb. 457• -Sedum majus vulgari fimile &c. Moais. Hiß.
I I I p. 472- S. 1 2 . T . 7. [f. is . Sedum vulgari magno fimile,
J. B. Hiß. I I I . j v 688. Lob. Je. p. 3 7 3 . Fig. finiftra. JACQ*
Vind. 8 4 .
( 5) Sempêrvivum F o l . F iii s in t e r t e x t i s & c . Sertlp'. F o l . R a d *
in Globura c o n g e f t is & c . H. Cliff. i g d . R . Lugdb. 457. N «
5. G o u a n Monsp. 2 3 ; . G E B . Prav. 4 2 9 . S e n jp e r v . ru b r*
m o n ta n um G n a p h a lo id s s . C o l . Écpbr. I . p . 2 9 2 . T * 2 9 1 . S e d um
m o n ta n nm t o m e m o f u m .C . B. Pin. h a l l , Hch, 393,394.
der is , groeit in 't wildeop de Bergen d e r Z u i - ^ .
delyke deelen van Europa. De Heer H a l l e r , XII.
die het dus overvloedig in Switzerland vondt, Hoofd-
merkt aan, dat zulks alleen in de jonge Flamen
plaats h e e ft , terwyl de Ouden op de kant ge-»;*,
haaird zyn, Z y komt , voigens zyn E d ., het
Berge Donderbaard zeer naby en zou misfchien
pen zelfde Plant kunnen zyn.
(6 ) Donderbaard met de Bladen, Steng, en
de toppen dep Bloemblaadje$ > ruig. vum kir*
turn*
Op de toppen der Bergen, niet ver van Saltz° s
burg, groeit, volgens C l ü s i -u s , zodanig een
Donderbaard, dat de Bladen ruig heeft, met
zes Bloemblaadjes, zes Stampers en twaalf Meeldraadjes.
De Bloemen zyn wit.
( 7J| Donderbaard met geheel effenrandige
den en uitgebreide Afzetzels. B e r g -
0 D o n d e r -
Volgens den Heer H a l l e r heeft d e e ze ,
die ook op de Switzerfche Alpen groeit, wat
kleiner Roosjes van Bladen dan het Gemeene
Donderbaard: de Bladen zyn korter, effenran-
dig; de Stengen paarfch gefchubd; de Bloemen
beftaan uit zeven o f agt paarfchachtige, doch
niet fierlyke Blaadjes,. (8)
f 6) Sempervivam F o l i i s C a u l e P e t a lo r u m q u e a p ie ib u s h i r t i s .
Am. Acad.. I V . p . 2 7 3 . S e d um m a ju s M o n ta n um - F o l . d e n t a -
t i s . C . B . Pin. 283 . H A L L . Helv. p.. 7 8 1. C o r y i e d o n a l t e r a
T a u r i c a . ClMS.iPann. 4 8 1 .
f 7) Sempervivum F o l . in r e g e r r im is , p r o p a g in ib u s p a t u l i s .
S.C