Deel PJLAjM
getrokken in Wey of Water, dat men »
gens inneemt, doet zagtelyk afgaan, en even Vi.
’t zelfde kan men doen, met een vierde Loots Hoofd-
van ’t gedroogde Kruid. xx_
f20) Vlafch met gepaarde Bladtn , een gegaf. ruïï™ .
felde Steng; de Bloemen Viermanmg en vier-UC1U ’
wyvig.
Wegens de gelykenis van de Vrugt naar die
van ’t Vlafch, noemde M i che l i u s dit
kleine Kruidje Linocarpum. Anderen hebben
het Linoidesgeheten en Vaillant Chamalinum ,
dat is Laag Vlafch. Om dat de Zaadhuisjes, open
geborden , zig met hunne Hokjes Raderachtig
gedraald vertoonen, gaf D i l l e n i u s ’er den
naam aan van Radiola. Niettegendaande het in
getal der Vrugtmaakende deelen van dit Geflagt
afwykt, oordeelt de Ridder ., dat het daar toe
behoore. Het heeft vier Meeldraadjes, vierSty-
len, vier Bloemblaadjes en agt Hokjes in de
Vrugt. De Bladen, naar die van Muur gelyken-
de, zyn naauwlyks grooter dan een Speldekop
en de Zaadjes byna onzigtbaar, zonder Mikros-
koop. ’t Geheele Plantje, dat zeer Takkig is,
groeit naauwlyks een halven Vinger hoog. De
En»
(ïo) Lmum Fol. oppoiïtis »c. 11. Clif. 114- K. Lugdt.
4J4. F1. Stuc. ZS6 , 27». Gort. Belg. 91. OeD. Dan. 178.
Ghamxlinura vulgare. vaill. Paris. 33. T. 4. f. 6. Linocar-
pum Serpilli folio. MlCH. Gtn■ 23- T. ï i . Radiola vuig. Ser-
pillifolia. R ij. Angl. lil. p. 1S1. T. is- f- S- Polygon. minimum,
f. Millegtana minima. C. fi. Pin. 282. lob- 7c. 481.