IV . Geneesheeren famengevoegd. Z y komen by el-
A fd e e l . Gander in verfcheide ouderwetfe Winkelberei-
H oofd- dingen, zo in als uitwendig; gelykdeTheriaak
stok. en Pleifter-Zalven. Maar, tcrwyl de Galbanum
meest tot rypmaaking gébruikt wordt, alzo zy
veel meer dikke Olieachtige zelfftandigheid be»
vattende en dus ook meer laxeerende is ; zo wordt
de Opopanax inzonderheid in Borstkwaalen ,
Lammigheden en daar inwendig koude flymige
Stoffen te verdunnen en uit te werpen zyn , zo
wel als de Sagapénum, aangepreezen (*_).
• T o t Borstkwaalen , echter, bedient men zig
meest van de Gom Ammoniak t die ook buiten
twyfel van eene nog onbekende Soort van Kroontjes
Kruiden , en misfchien ook wel van: een
Panax komt.; dewyl de Zaaden , die men ’er
dikwils in vindt , eenige overeenkomst aanduiden.
Z y heeft haar naam van dén Tempel van
Hammon , die geftaan zou hebben in dat gedeelte
van Afrika, ’t welk bezuiden de Middel»
landfche Zee, tusfchen Egypte en Barbarie, gelegen
is en oudtyds Lybie genoemd werdt. Di-
oscorides zegt, dat zy het Vogt o f Sap is van
een Boom-Gewas , naar de Ferula gelykende,
en P l i N i ü s noemt hetzelve Metopion. Deezc
Gom, die, gelyk men weet, uit famengegroeide
Gom Am
moniïk.
(*} Galbanum & Opopanax , pntterqusm quod digérant,
emolliens qaid habent, fed Opopanax digerendo, Galbanum
molliendo, coquendoque, præcellit. lUlTTï Mat. Mei. to n i.
Sc Rot. 177s- pde
Korrels van witte rood- en geelachtige Kleu- IV.
ren befcaat en daar door als gemarmerd zig ver- yf,26*
toont, laat zig ook in Water ontbinden. Men Hoofd*:
vondt ’er, door overhaaling, veel minder zuur-8TÜK*
achtig Vogt in, en byna even veel vlug Alka-
lyn; doch veel meer Olie dan in de Opopanax.
De Beuk is nietfterk;de Smaak in ’teerstzoet,
vervolgens een weinig bitterachtig. Van openende,
oplosfende en verdunnende hoedanigheden
, zo in- als uitwendig , is ook deeze Gom
niet onbedeeld. Z y wordt ons van Alexandrie
in Egypte toegebragt.
De oirfprong van de Myrrhat die uit de bo- Myrcha.
venfte deelen van Ethiópia, Abysfinie, o f uit
het midden van Afrika komt, is ons niet beter
bekend. Sommigen willen dat het de Thraan van
een Boom zy , om dat D 1 o s c o r i d e s zulk»
z e g t ; doch ’t is ODzeker, o f wy de zelfde Soort
van Myrrhe hebben. Sommigen achten dit zelfs ,
wegens den niet aangenaamen Geur, onwaar-
fchynlyk. ’t Is nogthans hier omtrent bedenke-
lyk , dat de Myrrhe nog heden, zo wel als oud-
tyds, tot het balfemen der Lyken , inzonderheid
in Egypte , gebruikt wordt. Die wy thans
hebben, komt in Thraanen van verfcbillende
grootte en Kleur , fterk en onaangenaam van
Reuk en zig zeer Harstachtig verwonende. Zy
vat ook Vlam ; doch vermengt zig byna zo wel
met Water als met Oliën en Geeften, en laat zig
niet gemakkelyk geheel ontbinden. Door Overhaaling
kwam ’er maar half zo veel Zuurachtig