IV. Deeze Soort, in de Europifche Tuinen groei-
J vi*L* jende, maakt een Heefter van twee Ellen hoog*
Hoofd- te , met Houtige bruine Stengen, en heeft lang-
8™ K‘ . werpige Bladen, van gezegde figuur, bleek
* groen : de Kroontjes hebben geele Bloempjes:
de Wortel is lang en blyft over, gelyk het Gewas,
dat in de KoninglykeTuin te MontpelHer
altyd groen is. Men heeft ’er den naam vaa
Ethiopifch Sefeli aan gegeven , volgens de Ou*
den. Misfchien zal het uit de opperfte deelen
van Egypte afkom (tig zyn. Het groeit van zelf
by Marfeille en elders in de Zuidelyke deelen
van Provence , als ook in de Levant, op vog-
tige Steenachtige Gronden. •
xiv. (14 ) Haazen-Oor, dat Heejlerig i s , met LU
* nia'ale Bladen , hebbende algemeene en by-
cens; „ zondere Qmwindzels. Heefter- ,
Op Bergen en hooge Heuvels by Aranjuez
in Spanje groeit deeze Soort, volgens L o e f l in g ,
overvloedig. Z y heeft Houtige Stengen van
een , twee o f drie Voeten hoog, met korte
Biesachtige Takjes en Bladen ais van ’tVIafch ,
zeer glad. De Omwindzels, in de voorgaande
Soort, door hem in Portugal wild gevonden ,
ontbreekende, deeden hem vaftftellen , dat het
een andere moeft zyn.
(15) Haa*
f14.) B-upkurum trut. Fol. Llnearibus &c. Am. Acai. IV»
p. *69. Lof.FL. Itin. 154 , 188. Uu.pl. Uisp. Arborcsccns
Graralneo folio Tournf. In ft. 310, Bupl, Ftuticans angulli;
tol. Hisp. BARK. Rar. T. llJJ.
* ^153 Haazen-Oor, dat Heejlerig is , met de IV.
Voorjaars - Bladen meervoudig verdeeld ,
vlak , ingefneeden ; de Zomer - Bladen Hoofd-
Draadachtig, hoekig, in drieën gedeeld. ïTUK*
De Winterbladen zyn als die van Peterfelie,
de Zomerbladen als die van ’t Priemkruid. *t Om- wanftal*
windzel bellaat uit verfcheide Elsvormige Blaad- 'S*
je s , onder famengevoegd, die afvallen: de kleine
Omwindzeltjes zyn vyfbladig. Ook zyn fom-
mige Kroontjes enkeld,, anderen famengefteld ,
volgens den Heer L i n n ^ üs. Het Loof der
aangehaalde Kaapfche van den Heer J. B u r -
M a n n o s verfchilt aanmerkelyk. Ook wordt
door deezen van gedagte Winterbladen geen gewag
gemaakt: dat zonderling zou zyn , indien
het dezelven , zo verfchillende , gehad had in
de Hortus Medicus alhier; alwaar het, zo zyn
Ed. aanmerkte, met gemak werdt voortgeteeld.
E c h i n o p h o r a . Stekelkroon.
De zydelingfe Bloemen zyn Mannelyk o f on-
vrugtbaar , de middelften vrugtbaar in dit Ge-
flagt, ‘t welk een enkeld Zaad draagt, in de
vergroote Kelk beflooten.
Het heeft twee Soorten, beiden Europifche,
naamelyk.
O ) Ste«
(i$) BupleurunFrut. Fol. Vernalibusdecompofitis Jcc. Bupl.
Fol. Radicalibiis pinnato - incifis &c. R. Lugdh. 1 10. Bupl.
Frutescer.s FoJ. ex uno punéèo plwimis Junc&s téttagonis.
3'jrm, Afr. 195, T. 71. f. j ?
II, DïSt.. VIII. STVK,