IV.
A fdeel.
v i .
H oofdstu
k .
x.
f io) Beerwortel met I-Iaair achtige} Blaadjes-
en gladde gejlreepte Zaaden.
Deeze is de Echte Beerwortel, of het Kruid
dat men eigentlyk, wegens de ruigte van den
A%umta Wortel, Radix Urjina noemt. Dat hetzelve in
Echte. de Winkels den naam van Meum Athamanti*
cum voerde, gaf aanleiding tot den Geflagtnaam
van Kruiden , die allen meer of min van deeze
ruigte hebben. De Uitvinder , of een Berg
in Thesfalie, zouden oirzaak zyn van dien by-
naam. Het wordt van fommigen Varkens-Venkel
of Wilde Venkel genoemd ; doch is meest
bekend by den naam van Meim , Meo of Meuj
dewyl men ’t het Me jon van D i o s c o r i d e s
acht te zyn. Het groeit op de hooge Gebergten
van Duitfchland , Vrankryk, Italië, Switzer-
landy enz.
De Bladen zyn zo groot van omtrek.niet als
die van Venkel en gel yken naar Dille - Bladen:
de Steng is een Voet hoog, daar het in ’t wilde
groeit: de Bloesfem groenachtig wit. Men heeft
aan den Wortel eene Windbreekende en afdry-
vende kragt toegefchreeven. Hy is Kruiderigen
verwarmende , ook dienftig tegen afioopende
Koortfen , wordende in Engeland veel in Aftrek
(io) Athamanta Foliolrs Capülaribus, Sem. glabris ftriatis*
Ji. Cliff. 93. Ups. 60. Mat. Md. 144. R. Lugib. 97» SAUV,
Jiïonsp, z j6. OOUAN l&onsp. 138. GeR Prtv. 244. KRAMER
Anftr, 73. JACC^. vind. 47. Meum Fol. Anethi. C. B. Pin.
148. Meum. DOD. Ptmpt. 3.05. HALL. Helv. 42e.
trekzel gebruikt, zo B l a i r aantekent. Hy IV.
komt in de Theriaak en andere Winkelmidde-
len. Het Zaad is fcherp van Smaak en ruikt Hoofd-«
naar Meliloten. STÜii>
_ JPgynia.
P e u c e d a n u m . Haairflreng.
Dit Geflagt heeft de Vrugt Eyrond, weder-
zyds geftreept, met een Wiek omringd. De
Omwindzels van de Kroon en Kroontjes zyn
zeer kort. Veel Bloempjes misdraagen. DeHaai-
rige dunte der Vinblaadjes geeft het den naam.
Het bevat zes , altemaal Europifche Soorten,
naamelyk.
Cl) Haairftreng met vyfmaal in drieën gedeel- t.
de, Draadachtig/malle Bladen. wToffili.
Dit Kruid, op vette Landen in de Zuidely-"varkens-
ke deelen van Europa zo wel als in Duitfch-Venke!*
land groeijende , voert den Griekfchen naam
Peucedanum , om dat het L oof eenigermaate
naar dat van den Pynboom gelykt. Dus noemen
het de Italiaanen en Franfchen Peuceda-
no; maar in ’t gemeen noemt men ’t Varkens-
Venkel, én by de Duitlchers, als ook in Engeland
, Haairflreng. Het komt in onze Nederlanden
op fommige plaatfen voor. ’t Groeit
(z ) Peucedanum Fol. quinquies tripartttis &c. Sy/l. Mat.
XII. Gen. 33«. p. zo%,Ve%. XIII.Gen. 339. p. 23 r. H. Clijf.
93. Ups. 6o. Mat. Md. 126. R. Lugdb. 98* Gouan Mor.sp.
i 38. Ger, Prcv. 244, Kram. Auftr. 74. Peucedanum Gei.
manicum & rnajus Italicum, G< B. Pin. 149. Gort. AV/f. 77,
II. deel. Vin. Stuk.