IV. en een naakte ronde Bloemfleel, waar op een
Afdeel. zeer Takkige > driedeelige, getopte Pluim,van
H oofd- witte Bloemen, met paarfche Meclknopjes.
stuk.
ix. (9) Dikblad met gepaarde byna Lancetswys'
ttvaiiina Mesvormige Bladen, digt aan elkander*
Sefcfaut.
x. (10) Dikblad met gepaarde, flomp Ey ronde ,
CM e s v ó * effenrandige, byna Mesvormige fcheeve Blam
ig . den; Paarswy%e famengegroeid en wat van
elkanderen af*
De Bloemen van deeze beiden komen in die
cigenfchap overeen, dat zy hier te Lande nooit
opengaan.
XT (11) Dikblad met eene geheel enkelde Steng,
Craifula gefpitfte Bladen , en ongefleelde zydelingfe
S S S U Bloemen.
Deeze is niet aan de Kaap maar in Siberie
waargenomen door den Heer G m e l i n , zynde
bevoorens tot het Geflagt van Navelkruid betrokken
geweest. Z y heeft Wortelbladen, in ’t
ronde gefehikt, als het “Huislook, die byna allen
Elsvormig zyn, en een enkelde regtopftaan-
de Steng van een Voet lang, Spiraalswyze met
Bla-
( 9 ) Crasfala F o l. o p p o ik is fu b la n c e o la t is & c . Mant. Si.
(10; Crasfala Fol. opp, obtufe avat.'s inteeerrinus &c. H.
Clijf. 49®. R. Lu^db. 4j5. Crasfula Anacampferotis folio.
Dill . Elth. 11 $. T. 97. f. 114.
( 1 1 ) Crasfala C a u l c f im pH c is lim o Sec. Mant. j s s , C r a s fa -
la F olii» pU nm s cu lis m u c ro n a t is . G m e l .S lie r . i y . p . 1 7 3 ,. Y ,
6 7 . t. z. C o t y l e d o n fp in u i ï . sp. Plant. 61$,
Bladen omringd. Van drie tot vy f witte Bloe- IV.
men zitten in de Oxelen, maakende Aairen bo-AFyi>M’*
Ven aan de SteDgen. Hoofdstuk.
(12^ Dikblad met eene kruidige gearmde Steng; xn.
de Bladen Hartvormig ongefieeld, de Stee- cma*r»L
len eenbloemig* ies-
0 Santoneachtig*
Deeze wederom behoort, gelyk alle de volgende,
tot de Afrikaanfche o f Kaapfche Planten.
(13) Dikblad met een Kruidige gegaffelde Steng; xnr.
Lancetvormig Eyronde Bladen, en eenbloe-Gégtffdd*’
mige Steelen.
Een Plantje van naauwlyks een Handbreed
hoog, ’t welk eenigermaate de geftalte van de
kleine Santorie , doch dikke Sappige Blaadjes
heeft, maakt deeze Soort uit. De Bloemen zyn
van buiten paarfch, van binnen Goudgeel.
(14) Dikblad met een Kruidige gegaffelde fuu- xiv.
we Steng, Lancetvormige Blaadjes, de en -
delingfe Bloemen getropt, eetwpte.
Dit
' (11) Crasfala Cao Ie Herbaceo Brachiato Sec. Am. Atai. VI.
Afr. 8. Secloides Afr. annua Centauroides. Herw. Parad. 169.
(13) Crasfala Caule Herb. dichotomo &c. Sedum Africa.-
num annuutn, Centaurii minoris folio, Floie Auceo. Heem.
Luiib. 550. T. SJ3-
(14) Crasfala Caule Hefbaceo dichotomo leabro Sec. FiCoi-
dcs Afric. annua minima Muscofa. Hesm. Par. 170. Crasfüla
glomerata. BERG. Cap. 87.
II. DEEL. Vilt. STBS.