IV.
Afdeel
v i .
H oofds
t u k .
'Tvieewy
?ilt.
V.
"Thapfia
'rrifoliata.
üriebiadig
de Kust van Afrika gebragt en in de Koning-
lyke Tuin te Montpellier gekweekt; doch mea
vindtze, volgens G o u a n , ook in ’t wilde by
die Stad. Wegens den Wortel wordt zy ook
Bajterd-Turbit of Turbith van den Berg Geur-
ganus in Apulie , dat een gedeelte van 't Ryk
van Napels is , getyteld. De Bladen gelyken
naar die van het Thaliótrum, dat in de Velden
groeit, met finalle Blaadjes.
(5) Vleugelzaad met drievoudig9 Eyronde Bla-
, den.
Deeze Virginifche heet Water - Eppe met het
onderfle Blad Hartvormig , de Stengbladen drie-
youdig, allen gekarteld, by den Heer G rono-
v i ü s . Zyn Ed. merkt aan, dat het Gewasveel
overeenkomst heeft-met de eerftc figuur van
de Japanfche Ninzi, by K a e m p f e r ü s ; uitgenomen
, dat het in allen deele veel kleiner
i s , verfchillende ook door de donker-paarfche
Kleur der Bloemen, en , doordien zy maar één
Hartvormig Blad heeft, hoedanigen ’er drie in
de gedagte Afbeelding voorkomen. Ieder Zaad
heeft v y f Vliezige Wieken overlangs, zegt de
Ridder , en zo wel geen Omwindzels als de
voorgaande. Dus gelykt de Plant weinig naar
die der Water-Eppe, en zoude, wat het Zaad
aan-
(s) Thapfia Foliis ternatis ovatis. Syjl. Nat. XII. 1*tg,
XIII. Sp. Plant. S7S. Sium Folio infimo Cordato, Gaulinit
ternatis, omnibus crenatis. GRQN. f^irg. j j , 43. Sin® AOJS.*
licanum. COLO. Navet.
aangaat, veel meer met het Lavas- of Lazer- I v ;
kruid overeenkomftïg zyn. L in n j e u s oordeelt, >vf * *
dat hetzelve veel naar ’t Zaad van ’t Selinum Hoofde
Carvifolium of Monnieri gelyke, doch het ont-STUK' \
breeken der Omwindzelen liet niet toe, dit Ge- Diey,a^
was in dat Geflagt te brengen. Ook vind ik dat
de eerstgemelde Soort van Selie de Zaadjes maar
met drie o f vier Ribbetjes en Sleuven heeft.
P. A s x i N a c a . Pinfternakel-
De Vrugt is ovaal, famengedrukt plat ( * ) : de
Bloemblaadjes zyn omgeboogen , onverdeeld,
in dit Geflagt, van het welke drie Soorten, al-
temaal Europifche, zyn aangetekend.
( 1 ) Pinfternakel met enkelde , Hartvormige, J*^
gekwdbde, glanzige,/pits gekartelde Bladen. luaL.
Glanzige:
In de Zuidelyke deden groeit deeze, die de
Steng effen, van anderhalf Voet en hooger heeft';
de
De Vtugt , fuit twee Zaaden heftaande, wordt M.
140/gezegd Compresfo - planui, dat is op zyde; de Zaaden
bladz. isa , Depresfo-pltma, dat is van boven of neergedrukt
plat te zyn. De Heer Haixer zegt, dat het Zaad plat is
met een Bladerigen Zoom. Dit bevind ik in de tnyneu. Touk-
nefort zegt, dat zy dun, gerand en groot zyn. Zy verichil-
lea in grootte geweldig. Ik heb ’er grootet dan zyne Afbeelding
en, ook wel die viermaal zo klein van Oppervlakte
zyn.
( r) Paflin/tca Fol. fitnpl. Cordatis Sec. Syjt. Nat. XH.
Gen. 3j9. p. 215. Veg. XIII. Gen. iSi. p. *40. Mant. 53»
Faftin. Folio quafi Libanotidis latifoli*. EoïRH. Lugib. I ’ p.
*7.
n 3