IV.
Afdeel»
X I I .
H o o f d stuk.
V>£(‘
I .
Sempervi-
yam Arbo*
reum.
B o o r a a c h -
t ig -
S E M F E R v i v u M. Donderhaard.
Welke aan eenige Soorten van Huislook ge*
lyk wy hier voor gezien hebben , om dat zy
altoos groen blyven, gegeven werdtj en gelyk
het Groote ruige, hier toe betrokken , gemeen-
lyk den Neerduitfchen naam van Donderhaard
v o e r t , heb ik denwel ven hief tot een Geflagt-
jraam gebruikt,
De byzondere Kenmerken zyn, eqn Kelk in
twaalven verdeeld, twaalf Bloemblaadjes en
twaalf Zaadhuisjes ; waar by het getal der-
Meeldraadjes komende dit Geflagt tot een der
yolmaakften van deeze Klasfe ftelt.
Agt Soorten zyn ’er in vervat, naamelyk
f l ) Donderbaard met een Boomachtige, effen
• ne, getakte Steng.
C l u s i u s heeft deeze Soort eenige Mylen
van Lisfabon in Portugal gevondenj doch zy
groeit ook op Kandia en eenige Griekfche Eilanden.
Hy noemt dezelve het Groote echte
Huislook, en z e g t , dat het meer een Heefter
dan
( 1 ) . Sempervivum C a u l e A r b o ie s c e n t e la tv i r am o lb , Syft.
Nat. X I I . G e a . 6 1 2 . p . 3 3 9 . Ueg. X ! I I . p . 3 7 3 . S em p e n r .
C a u l e in f e r n e m u lo I s v i r am o fo . H. CljJJ. Ups. R . Lugdb.
456. K r a m . Aujïr. 1 3 6 . FABR. Helmß. 2 7 0 . S e d um m a ju s
A ib o r e s c e n s F lq s c a h s c a n d id is . C . B . Pin. 2 3 2 - B r a d l . Succ.
4 . p . i . T . 3 1 . S e d u m m a ju s l e g i t im u m , C « ( s . Hijg, n , p»
58* S e d um a rb o r e s c e n s m a ju s G r a c u tn . L o b . Ic. 3 7 5 ,
daii eeü Ktuid i s * fomtyds twee Ellen hoog IV.
groeijende , met een Steng o f Stam, die Bla-
derlooS i s , een Arm dik , veele Takken van Hoofd«
een Duim uitgeevende, die op ’tend alsmetSTL,JC*
Kroontjes van Bladen getropt zyn. Deeze
den zyn Tongachtig* dik en Sappig, gelyk die
Van ’t gewoone Donderbaard. Sómtyds komt
tüsfchen dezelvefi, aan den top * als een gebladerde
Steel voort * die een Tuil van gehemde
Bloemen draagt. Dit Gewas verbeeldt Hy zig
het Echte groote Aizoon o f Sempervivum van
D I o s c o r i d e s te zyn. De Steng fchiet dik-
wils Wortelen boven den Grond, zo de Ridder
aanffierkt. Voorts is deeze Soort by de Liefhebbers
der Bloemhoven genoegzaam bekend. Men
heeft ze ook met bonte o f driekleurige Bladen
eü noemtze Boomachtig Sedum of Boom-* Don*
Herbaard. Maar, volgens F a b r i c i u s , is het
getal der Meeldraadjes, Bloemblaadjes en Zaadhuisjes
, tien.
(2 ) Donderbaard mét de Steng door overblyf• ir.
zeis der Bladen rappig; de Bladen gekm.
narhnfe.
D e vermaarde' C o m m e l y s heeft deeze af-K a n a n f c h .
ge-
( i ) Sempervivum C a u l e F o l io r u m m d e i ib u s la c e r ó , F o l .
ï e t u f i s . S em p e r v iv u m C a u l e in f r a F o l i a la c e r o II. Ciiff.
1 7 5 . R , IA.gdh. 4 5 7 . S e d um C a n a t iu in F o l , o m n iu m m a x
i in is . C o m m . Hort. I I . p . I 8 9 . T . 9 5 . S e d um m a ju s C a -
jia r ium a c a u lo n ', P i l is a d ora s F o l . h is p id is . P LU K . Alm. 3 4 0 .
T . 3 1 4 . f . 1 . R A j . Suppl. 3 6 2 .
D d d a
I I . D s i l , V IH . S t u k ,