IV. van denLeidfen Akademie-Tuin, afgebeeld, met
Afhpel. 0 "
VI. 'de benaaming van Hurkend Afrikaanfch Muur,
H oofd- in de gedaante van Waljlroo; welke Soort, die
stuk. jj.orte Bloemfteeltjes heeft, door den Heer Berv;
s2 y' gids omftandig is befchreeven (*_).
v. (5) Muur • Spurrie met tweedeelige bogtige Tros-
ctumTdijii- jes en byna Liniaale ruigachtige Bladen.
tbwèi
Gegaffelde. *Tot deeze nieuwe Oostindifche Soort is het
naar Spurrie gelykend Muur van P l u k e n e t ,
dat geaairde Bloemen h e e ft, die uit de Oxels
der Bladen voortkomen: als ook een ander Muur,
dat ruig is en veelbloemig, t’huis gebragt. Die
beiden zyn zekerlyk de zelfde Plant, welke de
Bladen ftnal en eenigermaate Wollig heeft; het
Zaadhuisje eenhokkig, driekleppig en veelzaadig.
vr. (6 ) Muur - Spurrie met tweedeelige end - Tros-
J & f r jesy de Bladen Jlomp Hartvormig.
Haitbladig.
Onder de zeldzaame Afrikaanlche o f liever
Kaap-
(*) Phamaceum Pedunculis unifioris lateralibus, Fol. linea-
ïibus. Syfl. Nat. XIX. Motl. Fol. fèptenis linearibus. II. Clijf.
28. Alfine procumb. Gallii facie Africana. Hkkm. Lugib.
T. 2i. Rubia Stellaris f. Asperula minor humifparfa &c.
Pluk. Mant. 163. T. 331. f. 4.
( f ) Phamaceum Racemis bipaititis flexuofis&c. Mant. 22 r.
Alfine Spergula Ind. Oriënt» Pluk. Mant. 9. T. 332. f. 4.
Alfine holoftea villofa &c. Pluk. Alm. 22. T. 130. f. 6.
( 6) Phamaceum Racemis bipart. terminalibus, Fol. obcor-
datis. Am. Acad. VI. Afr. 6. Spergula e Gap. bonx Spel*
Fol. Portulac* minoribus ftellatis. Petiv. Mus. 47},
Kaapfe Planten , welken onder de Voorzitting IV.
van den Ridder, door den Heer Printz , uit de Afdeel.
ryke Verzameling van de Heeren B u rm a n - Hoofdk
u s Wereldkundig gemaakt zyn, bevindt z ig8TUK'
deeze , die leggende Kruidige Stengen heeft, Tr‘i)H,A'
van een Voet lang, met Knoopige Leedjes en
veele Bladen, van eene Hartvormige figuur, met
het breedfte buitenwaards, glad, effenrandigen
witte Bloemen van grootte als die der Afcker-
Spurrie , in gegaffelde Trosjes vergaard.
DeHeerFoRSKAOHLvondt,by Lohaja in Ara-
bie, nog twee Soorten van dit Geflagt, waar
van hy de eene Phamaceum Umbellatum , de
andere obfcurum noemt, zynde beiden zeer kleine
Plantjes.
A L s r n E. Muur.
Dit Geflagt heeft een vyfbladigen Kelk en
vyf gelyke Bloemblaadjes, zynde het Zaadhuisje
eenhokkig en driekleppig. In hetzelve komen
drie EuropifcheSoorten voor, naamelyk
( 1 ) Muur met tweedeelige Bloemblaadjes en Ey- r,
rond Hartvormige Bladen. mei!***
Dit Gemeen.
( 1) Alfine Fetalis bipartitis, Foliis.ovato - Cordatis. H. Clijf.
I73. R. Lugib. 449. GBOK. Virg.Ml. Fl. Lapp. Suec. Belg,
&c. &e. Alfine pentaftemon Petalis bipanitis. Hall. Helv.
48«. Alfine media. C. B. Pin. 2jo. Alfine minor. Doo. Pempt.
29. Als. min. lecentiorura f. Hippia minor. Lob. lc, 460,
Alfine vulgaris Cve Morfus Gailinz. J. B. Hifi, III. p. 563.
Alfine. C am. Epit, *jo.