IV.
A f d e e l .
x.
H o o f d *
S T U K .
■ Drie wy-
vige.
Dit Gewas’ , dat in de Oofterfche Landen
groeit, is wegens de gelykheid hier t’huis ge-
bragt; hoewel het met de Rhabarber geen meer
overeenkomst heeft dan alle de Soorten van
Patich, zo D i l l e n i u s oordeelt. Men noemt
het, in ’c algemeen, Aalbes der Arabieren, om
dat dezelven uit de Stengen en Bladlteelen
een zuurachtig Vogt perfen , waar van door
hun eene verfrisfehende Geley gekookt wordt.
Hier van is veel vertiering naar Konftantinopo-
len uit Paleftina en Syrië: want dit Kruid groeit
overvloedig op de Bergen Libanon en Karmel;
als ook in Perfie, alwaar men de jonge Spruiten
met Peper en Zont e e t ; z ö d e B r ü in verhaalt.
Dit heeft veel overeenkomst met het g e bruik
der Golfbladige Rhabarber, die Berg-
Zuuring genoemd wordt in Siberie,gelykik heb
gemeld (*).
Men heeft dit Kruid meer dan agt Jaaren in
de Eltham'fe Tuin gehad, zynde derwaards van
den
(v) Bladz. j 03. In de Bladen van ’ t Rheum undulatum,
waar van verfcheide Kanten hier in de Hortus zyn , vind
ik , By *t kaaiiwen , geen meikelyke Zuurheid , doch de
Sm lak komt my als die van Beete, Spinagie , Patich en der-
gelyke Moeskruiden, voor: ook zonder aanmerkelyfce bitterheid.
Zy vettoonen zig geheel glad en groen, zonder eeni-
ge Wolligheid. Die van ’t Rheum compaUum aldaar, lomtyds
wel drie Voeten lang groeijende , zo my de Heer Storm
vérzekert, en dus de gro.offten onder de Rhabarber - Planten ,
zyn grysachtig met eenige witte Haantjes,doch zonder Tandjes
, en ik kan 'er ook geen Kraak'ieenigcn Rand aan be-
Ipèuten. De or.detkant van deeze Bladen, die zeer breed zyn,
heeft een zigtbaat Netwerk van kleine Adertjes, dat men niet
aan 't Unduiatum vindt; doch zy lebynen my niet dikker
noch digter van zelfdandigheid te zyn , dan de anderen.
den Berg Libanon bezorgd door Doktor S h e - IV.
r a r d , zo D i l l e k i d s aantekent: zonder
dat het Bloem o f Vrugt voortbragt. Het gaf Hoofd«
alle Voorjaaren uit den Wortel, die dik en langtTUK*
is', bynaalseen Pinkfternakel, een groote Knop n;a " sy'
of Kool van Bladen , die zig uitbreidende de
grootte byna van Dokkebladen bereikten, zynde
drie. Voeten breed en twee Voeten lang. Z y
hadden derhalve ook zeer dikke, korte Steden
en zwaare Ribben, tot v y f in getal, zig allengs
verdeelende. De geheele Oppervlakte van het
Blad , en inzonderheid de Ribben , waren bezet
met Wrattige Korreltjes als Kandy-Suiker;
doch meest aan de boven zyde. Van P o-
t o c k wordt ’er een groote paarfche Vrugt
aan toegefchreeven; doch dit zou misfehien de
gedagte Knop o f Kool, die’s Voorjaars uit den
Grond fpruit, kunnen betekenen.
Het T a k je , van C l u s i u s voor de echte
Ribes der Arabieren afgebeeld , en de rond-
bladigheid, welke aan dit Kruid door de Au-
tbeuren toegefchreeven wordt , doen my hier
denken om deSchottelftruik vanRuMPHi u s ,
die ook byna Dooit Bloem of Vrugt draagt,
en wiens Bladen van dergelyke figuur en grootte
zyn. Ik heb daar van hier voor in 't Ge-
flagt der Crasfula gefprokeo.
’ t Geflagt van Butomus, behoorende tot
de Water - Lifch , zal ik , wegens de gelykheid
van Geftalte, tot de befchryving der Lelieachtige
o f Bolplanten befpaaren.
XI. HOOFD