IV.
A fdeel*
x i.
H oofd«
s t o k .
Zfriewy
V:-£t.
vr.
Steliaria
Cerafioidei
Hoornig.
vogtige plaatfen, en Veelal in o f onder *t Grü3
groeijende, hebben den naam van Oogentroost*
G ras , als naar de Euphragia, in eenig opzigt,
gelykende, bekomen. D e Engelfchen noemen’t
S titc lm r t. R u e l l i u s hadt ’er den naam van
H olojleum aan gegeven, als ware het den Ouden
dus bekend geweest.
In *t Gewas is een aanmerkelyk verfchil tus-
fchen b e id en , doch zo veel n ie t, o f fommigen
hebben het voor Verfcheidenheden aangezien,
zelfs van het Water - M uur. D e eerfte, die het
Gröote Oogentroost - Gras genoemd w o rd t ,
fchynt door het Middelilags aan de tweede of
het Kleine verbonden. M o r i s o n geeft van
die met groote en kleine Bloemen dezelfde A f beelding
en van beiden komen Verfcheidenhe*
den voor. Het Kruid heeft Knoopige Stengen,
bezet met breeder o f fmaller, fpitfe Grasachtige
Bladen, die in het Groote eenïgszins rüUw
z yn . De Stengen kunnen zig op zig z e lf niet
overend houden, maar hebben eenig Steunzel,
't z y van Kruiden o f Heeften]es, noodig. In
het Kleine zyn de Bloemen Pluimachtiger, aan
den top vergaard ; in het andere meer ver-
fpreid ; in beiden Sterachtig , zo door haare ge-
fpleeten Blaadjes als den uitgebreiden Kelk.
H e t Zaad is klein als Geerst.
(6) Sternmuur m et langwerpige B laden en %•
na tweebioemige Steeltjes. (J )
(6) Steliaria Fol. obloiigts, Pediculis fubbi'floris. Mi Suee>
II. N. 391,
( j ) Sternmuur m et E lsvorm ige B laden , byna IV.
tweebioemige Stengen , uitgerande Bloem- Afdeel.;
blaadjes , langw erpige V ru gtbegin xels en Ho o fd »
gejlreepte Kelken. s t u k .
vu .
Op de Laplandfche Bergen komen deezebei-
den voor. D e laatftc is zeer k le in, en heeft deTweebioe-
gedaante van Vetmuur. D e Wortelbladen z y n mig‘
Elsvormig , hoopswyze vergaard en geeven
Draadachtig dunne Stengetjes u it , van een Vinger
lan g, ten grootften deele naakt, van boven
in twee Bloemfteeltjes gedeeld , met getuilde
Bloempjes. Een dergelyke heeft S e g u i e r ,
in ’t Veroneefche, waargenomen.
(8 ) Sternmuur m et S patelach tige B la d en , een vni.
opfiaand gegaffeld S ten g etje,m et over heek- f
f e Takjes eu uitgerande Bloemblaadjes.
Dit P lantje, dat in Spanje voorkomt, heeft
Stengetjes van een Span h o o g , die Haairigzyn ,
zo wel als de Bladen. D e Bloempjes zyn taa-
melyk groo t, Klokvormig, met de Kelkenkle-
verig , gelyk het geheele Kruidje. D e Me eldraadjes
zyn w i t ,z o wel als d eB Io em jd eM e e l-
ktjopjes blaauwachtig. A r e -
(7) Steliaria Fol. Subulatis , Scapis fubbifloris &c. F l
Stuc. 11. N. 395- Sagina Ramis ere£Hs bifloris. Fl. Lapp.
IJ8. Oed. Dan. T. 12. Moehringia Scapis bifloris. Fl. Snee.
N. 316. AlGne Polygonoides &c. SEG. Ver. III. p. 177.
T- 4. f. 1. Arenaria Fol. Subulatis &c. Am. A c ad. x.
P- i j* .
(8) Steliaria Fol. Spathuiatis, Caale eiefto bifido, Ramts
alternis , Petalis emarginati*.
1L «SEl. VULSTUK.