IV.
Afdeel.
VI.
H oofd
stok.
Vyfviyvi%
i.
karteld heeft met Doornachdge Tandjes (*%
Deeze zou de Eerde Schottelftruik van R um
phi ü s zyjrf , dus genaamd, om dat de Bladen
van de Indiaanen als Kommetjes gebnfkt worden
, om daar uit Bry of Pap te eeten ; even als
men zulks hier te Lande met Kools - Bladen
zou kunnen doen. ’t Gewas, deswegen Daun
Papeda genaamd, is een Struik van tien o f twaalf
Voeten hoog, met den Stam beneden een Been
dik: zo dat het ontzaghk verfchillen zou van
de ardere Soorten. Byna nooit bloeit dit Gewas
, zynde aan gezegden Hoogleeraar zonder
Bloem of Vrugt overgezonden. Men noemt het
in ’t M rleitfch ook Daun Manko, onder welken
naam ik een Takje met drie Bladen van Java
gekreegen heb, die volmaakt metdegedagte be-
fchryving overeenkomen, doch, gedroogd zynde
a zo dun zyn als Lindebladen.
V i s E N i A. Wifeno.
De Kenmerken zyn: een vyftandige Klokvor-
mige Kelk; een vyfbladigeBloem en een Vrugt
uit v y f Zaadhuisjes beftaande.
Indien de Geftalte niet zo zeer verfchilde, zou
m^n dit Gewas tot het voorgaande Geflagt. en
indien dé Vrugt vyfhokkig was tot de Mahernia
(*) Crasfula ? ( 'cutellaria) Fol. aketnis Reniformibus con*
cavis , oHfo'e'e fcrrnis, Serraturis Ipinolïs. BUBM. F,'I. Ini. p.
78. Scutellaria prima. R um ph . Amh. IV. p. 75. T. 31»
f. t.
nia betrekken kunnen (*). Van bei ienverfchilt het IV,
bovendien, door het ontbreeken, van blykbaare VffDaE1-«
Honigbakjes of Schubbetjes , hoewel het iets, Hoofd-
naar dezelven gelykende, rond >m het Vrugtbe-5TUK*
ginzel heeft, daar de vyf Meeldraadjes op ge- Rif ,n‘Hr
plaatst zyn.
Ik heb het uit Oostindie bekomen, onder den i.
naam van Wifeno , en derhalve geef ik ’er den
Latynfchen naam Vifenia aan. De Afbeelding, K,oont)1°e-
Fig. 3 , PI. X LV I , vertoont het Takje, datplS1lvi.
Gaffelswyze verdeeld is en in Bloemtrosjes uit- 3' '
loopt , die famengevoegd een foort van Kroon
o f Zonnefcherm maaken. Het Blad is Hartvormig
, aan ’t end fpits, op de kanten Tands-
wyze gefchaard, zeer ruuw op ’t gevoel, en lan°-
gedeeld. De Kelk der Bloemen is Klokvormig,
vyftandig verdeeld, met fpitfe punten en blyfe
over. De Bloem beftaat uit vyf Eyronde Blaadjes
, veel langer dan de Kelk , aan ’t Voetje
fmaller en gefteeld, aan de tip breeder en rond.
De Meeldraadjes zyn breed en platachtig, omringende
digt het Vrugtbegmzel , doch niet fa-
mengegroeid. Z y hebben dut)belde Meelknop-
jes, die langwerpig en gefleufd zyn. V y f Sty-
Ien, byna zo lang als de Bloemblaadjes en langer
dan de ''Meeldraadjes, zitten op het Vrugt-
beginzel en loopen uic in Stempels, die maar
weinig dikker zyn, krQODende de Vrugt 9 die in
E
(*J De Mnhtmia is in het IV. Stuk , onder dc Heeftars ,
bladz. 4i9. enz. befchreeven.
V q