IV. Blöetiiblaadjes halfmaanVormig en üitgeknaagd,
* * * - doctl ^et Malkruid heeft dezelven gaaf en ge-
H o o f d - heel.
s t o k . Behalve de gemelden zyn den Heer F ö r ss
kftOHL , in Arabie , nog verfcheide nieuwe
Soorten van dit Geflagt voorgekomen , welke
zig tot de voorigen, hoe menigvuldig ook* niet
laaten thuisbrengen : zo dat de Oogst daar in
overvloedig is.
Onder de Vyfwyvigeh van deeze Klasle voert
het eenigfte Geflagt den naam van
G L I N Ü S 4
D e Kenmerken z y n : een vyfbladige Kelk
zonder Bloemblaadjes, doch in plaats van dieü
verwonen zig de tweebovftelige Honigbakjes*
Het Zaadhuisje is vyfhoekig, vyfkleppig *vyf-
hokkig en veelzaadig*
Twee Soorten komen ’er thans van voor, naa-
inelyk*
t CO Glinus niet eert Hadirige Steng en ftomp
u S . EyrondeBlacun.
L a n g b la d i - . . „ . . A , . _
ge. Dit Kruid groeit in Spanje , m Arabie en m
Ooftindie ; als ook aan den Euphraat in Klein
Afie*
( t ) Glinus C a u t e P ito fo F o l . o b o v a t i s . Syjl. Nat. X I I *
Gen. 6 10 . p. 334. F e g . X 111. p. 37a. L oefl. Ith u 14S.
G k o n Oriënt. 1 4 3 . A lf in e L o t o id e s S i c u la . l i o c c . Sic. a r .
T . 1 1 . P o r tu la c a B o s t i c a , lt i t e o f l o t e , fp u r ia a q u a t ic a . BARK»
Rar. 4 7 8 . T . 336« B ü RM . Fl. Ind. p. r u . T . 36. f . u
Afie. Myn Oostindifch ftrookt volkomen met IV.
het Takje door B a r r e l i e r afgebeeld, van
dit Kruid, aan de Rivierby Madrit groeijende ; Hoofu-
en, wat de figuur der Bladen belangt, geheel ver-STUK;*
fchillende van die der Afbeeldinge van den Hoog- z^ ta
leeraar N. L . B h r m a n n d s ; gelyk uit het pt . lu;
daar van in Fig. 3 , op Plaat L H , vertoonde F‘s'
Takje biykbaar is, Mooglyk zal zulks aan de
Verfcheidenheden, in dit Gewas voorkomende ,
zyn toe te fchryven.
Volgens L o e f l i n g hadt het Spaanfche.
dat hem op Kley-Zandige plaatfen, en in een
uitgedroogd Beekje voorkwam, verfcheide leggende
Stengetjes , van omtrent een Voet lang,
Takkig en als met Leedjes; de Takjes ruig; de
Bladen langwerpig , by tweeën o f drieën, aan
ééne zyde van de Stengetjes, lang gefteeld; de
Bloemen tropswyze aan de Knietjes en by de
Bladen , doch aan de andere zyde van de Takjes
geplaatst, ’ t Getal der Meeldraadjes was
veranderlyk , van negen tot veertien o f vyftien
met dubbelde Meelknopjes; doch dat der Stempelen,
onmiddelyk op ’t Vrugtbeginzel zitten-'
de , altoos v y f K en het Zaadhuisje Eyrond ,
vyfhokkJg, vyfkleppig als gezegd is,
(2) Glinus met een rimpelige Steng, de Bla- n.
den rondachtig en Wollig. malmnei-
Van des.
R o n d b la -
( 2 ) Glinus C a u l e r u g o f o , F o l . o r b ic u t a d s t o m e n t o f i s . B u r m . d ig .
FL. Ind. 1 1 3 . A lf in e L o t o i d e s , D i& a m n i C r e t i c i f a c i e Made- F>g. 4»
la sp a ta n a . P l o k . Amaltb. 10 . T . 356- f . 6»