IV, van de Bermudes , b y P LUKENE T , vind ik
niet, dat de Bladen aan den Voet uitgerand zyn:
H o o f d - doch de on der ft e verfchillen van de bovenfte
« t u k . zeer? gelyk uit de Afbeelding van P l u m i e r
vife?™r blykbaar is. De Bladen zyn rimpelig, zagt en
ruig, naaf die van Heemst gelykende ; de Bloemen
geel , de Zaadhuisjes van grootte als een
E rwt , rondom bezet met Stekeltjes. In de
Europifche Kruidtuinen is dit Gewas zeer gemeen
, en groeit, volgens den Heer N. L .
B ü rm a n n u s , ook in Oostindie.
_ ö- (2 ) Triumfetta met de Bladen aan den Voet
Triumfetta v J
jsartra- onverdeeld.
rata. ,
Ruuacbti- £)e giaden zyn , in deeze Soort, by den Steel
niet uitgehoekt , voor 't overige Bartvormig
o f Eyrond en fömtyds vry diep ingefneeden,
als uit de Afbeeldingen van R ü m p h i u s
blykbaar is : doch in het Westindifche van
J a c q u i n zyn de Bladen Ruitachtig Eyrond,
gelyk in het tweede Amboinfehe Klisfenkruid
van R u m p h i u s . Deez’ z e g t , dat het een
Houtig Heeüertje zy , onder een Vinger dik:
de ander vondt het op Martenique, in de Velden,
( 2 ) Triumfetta F o l . B a d in t t g r i s . T r iu m f . F l . C a l y c u la t i s ,
F o l . R h o m b e o - u v a t i s . j A c q . Amer. Hifi. 147, T . 9 0 . B a t -
t r am i a . Fl. Zeyl. 1 7 4 . L a p p u la B e n g h a le a d s te t r a fp e rm o s ,
R ib e f i i f o l i o , & c . P l u k . Alm. 2 0 5 . T . 4 1 . f . 5 . A g r ix n o n ia
M a d e ta s p a ta n a . P e t . Ca z. 3 1 . T . 4 2 . f , 10 . L a p p a g o A m -
b o in i c a . RUM PH . Ami. V I . p . '5 9 . T . a , , f . 2 .
den , drie Voeten hoog als een regtopflaande, IV.'
zeer TakkigeHeefter, met ruige Bladen, als ge- r£jEEL*
zegd is , doch naar boven meest Eyrond , en F Io o f d -
Bloemen die geel waren met roode Kelken. HetSTUK*
Kruid ftonk zeer , inzonderheid de Zaaden , in
de Oxels als Klisjes by elkander groeijende, en
werdt van de Franfchen Coujyn genoemd, om
dat de Vrugten als Klisfen hangen bleeven aan
de Koufen en Kleederen.
( 3) T riumfetta met half driekwdbbige Bladen m.
en volkomen Bloemen. TfimZnilha.
De Bloemen zyn in deeze altoos gekelkt en Ddekwrab“
daarom kunnen z y , met re g t , volkomen ge-blge*
noefnd worden ; doch dit ftrekt alleenlyk tot
haare onderfcheiding van de Eerfte Soort, niet
van de Tweede. J a c qo i n vondt deeze ook in
het Kreupelbofch der Karibifche Eilanden, als
een Heefter van zes Voeten h o o g te , regtop-
ftaande, zeer Takkig en in geftalte naauwlyks
van de Eerfte Soort te onderfcheiden , gelyk
my uit een Takje daar van, ’t welk ik uit
Oostindie ontvaDgen h eb, is gebleeken.
f4 ) Triumfetta met Eyronde onverdeelde of iv.
zejdzaamer gekwabde Bladen. ja aU y k f e *
Dee-
( 3 ) Triumfetta F o l . f em i * t t i l o b i l , F lo r . c om p le t i s .
Mant. 7 3 . j A c q . Amer. Hifi. 1 4 7 . T r iu m f e t t a r i l l o f a ,
F o l . in f e r io t ib u s a n g u la t o - o v a t i s & c . IÏROWN. Jam. 2.3 3.
( 4 ) Triumfetta F o l . o v a t i , in d i v iü s r a r iu s v e lo b a t i s .
Tti