IV. zig in ’t bovenfte gedeelte als Kousjes in mal-
AFixEt‘ kander fteekende verwonen , ros van Kleur.
H oofd- De onderften aan myn T a k , die aldaar opeen
stuk-. Vo£t langte een Kwartier Duims dik is , zyn
rykelyk een Duim lang. Z y zyn niet alleen aan
den bovenkant,maar over ’t geheel, met kleine
Haairtjes b e z e t , en de Bladfteelen komen op
zyde uit dezelven voort. Haar Geweefzel is
Vliezig dun , geaderd , en vertoont zig byna
als de Wieken van een Vlieg, met het Mikros-
koop gezien. De Bladen zyn volmaakt Lancetvormig
, met een lange fpitfepunt, wel zeven
Duim lang,aanbeidezydenzeerruuw gehaaird.
De Aairen verdeelen zig zeer ruim en beftaan
uit enkelde Bloempjes, overhoeks geplaatst, ieder
vervat in dergelyke Schubbetjes o f Blikjes,
als de Stoppeltjes voorgemeld zyn , hoedanig
een Schubbetje, vergroot, by A is voorgefleld.
Ik heb de Bloempjes bevonden v y f Meeldraadjes
te hebben; waar uit nog te meer blykt,
'dat dit Gewas niet tot het Gebaarde Perfen-
kruid behoore. Het Zaad is famengedrukt rondachtig.
jx. Duizendknoop met zesmannige half twee-
Polygonum Wy.
HyAropi-
^ S c h e r p , 0 >) P«hs»num F lo r - h e x ln d r ! s fem id ig - y n is & c . P o l y g . F o l .
L a n c e o la t i s . Mat. Mei. 1 7 8 - P e r f ic a r ia Flor. h e x a n d r , & c .
Hort. Ciiff. 46. R. Lugdb. 216. GOUAN Monsp. 19 8 - GER.
JProv. 4 4 8 . VAILL. TOURNF. Par. H A L L . Heh. 181. F/.
Suec. 3 2 0 , 3 4 3 . F l. Belg. I I 4- P e r f ic a r ia u r e n s f e u H y d r o -
p ip e r . C. B. Pin. lo l. H y d r o p ip e r , DOD. Pempt. 607. LOB»
Ie. 3 I J .
wyvige Bloemen, Lancetvormige Bladen IV,
en naauwlyks gehaairde Stoppeltjes. Af,i^e e l*
Hoofd*
. Onder den Griekfchen naam Hydropeperi of stuk.
Waterpeper , is dit Kruid in de meeite Taaien ,T"gy-
van Europa bekend, hoewel men het in ’t Franfch
Curage noemt. Het groeit byna overal in ons
Wereldsdeel.» op vogtige Zandgronden. Het is
zeer Takkig en Knoopig , met fmaller Lancetvormige
Bladen en fchraalder Aairen, dan het
gewoone o f zagte Perfenkruid. Het heeft overal
gladde Stoppelfcheedjes , doch die niet dan
aan de mikken der Takken kanthaairig zyn.
By de Ouden hadt dit Kruid zo grootennaam,
dat P a r a c e l s u s hetzelve Mercurius terres-
tris noemde, willende dat alle Kwaaien daar
door, op een Sympathetifche manier, weggenomen
werden. Het is zo h e e t, dat men de
Tong brandt door het te kaauwen, en zig daar
mede af te veegen maakt Vuurigheid aan 5t
Fondament. Niettemin bedient men ’er zig uitwendig
met vrugt van , in Pappen met Armo-
niak - Z o u t, om koude Gezwellen te doen ver-
flaan,en tot zuivering van Zweeren, inzonderheid
in Paarden , is het Kruid op zig zelf dien-
ftig. De ligte Husfaaaren leggen de gekneusde
Bladen op Ontvellingen door den Zadel gemaakt,
welke daar door geneezen. Inwendig heeft men
het gedefinieerde Water tegen ’t Graveel aan-
gepreezen. Het Afkookzel in Vleefcbfop, of
door andere Middelen verzagt, is dienflig be-
G g 3 won?