IV. Afdeel.
X I .
H o o f d .
«TUK.
Vyfviyvige.
in.
L y c h n is
q u a d r iie n •
tata.
V ie r ta n d i«
ge»
zyn rond en Lytne rig, en bezet met fmalle
Grasachtige Blaadjes ; doch om laag heeft het
Lancetvormige Bladen. De Engelfchen noemen
het Wild Williams , om dat zy de Duizend-
fchoonen Sweet Williams heeten. Het komt ook
voor met witte , en in de Tuinen pronkt het
met dubbelde paarfcbe Bloemen , niet onaartfg;
zynde ook wat grooter van Gew as, dan in ’c
wilde»
( 3) Lychnis met viertandige Bloemblaadjes ,
een gegaffelde Steng en gladde omgekromde
Bladen.
Op de Bergen van Italië en Ooftenryk komt
deeze voor , die, eerst tot het Geflagt van Cu~
cubalus, naderhand tot dat van Silene is betrok«
ken geweest, zynde de Groote Smalbladige L y '
merige Lychnis van C . B a d h i n u s . ( Het
Alpifche gladde Muur met omgeboogen Blaadjes,
van P l u k e n e t , wordt hier t’huis gebragt,
waar uit men van de Geftalte kan oordeelen.
D e Bloemen zyn dikwils vierwyvig , zegt de
Ridder.
(4) Lych-
. ( 3 ) Lychnis F e ta lis q u a d r i - d e n ta t is & c . S i le n e q u a d n f id a .
Sp. Plant. « 0 2 . C u c u b a lu s q u a d r i fid u s . Sp. PI. I . + 1 5 . L y c b -
n is A lp in a & c . SEG. Veron. I I I . p . i * « . T . s» f . 1 . L y c h n .
S a x a t i l is L in a r i x f o l io , g la b r a . T I L L . Pis. 10 S . L. V is c o fa
a n g u f t i fo lia m a jo r . C . B . Pin. 2 0 5 . L y c h n , fy lv - X . C l u s »
H if i- I . p. 2 9 1 . C a r . m in im u s & c . L o b . Ic. 4 4 5 . A I line Alp«
g la b r a f o l io r e f le x o , P l u s , A l» . > } . T . 75• f< S.
D E c A N D R I A . 677
( 4 ) Lychnis met byna onverdeelde Bloem-^ IV».
blaadjes. xi.
, , , , , H o o f d -
Op drooge Velden der Noordelyke deelenSTÜK4
van Europa groeit deeze , _ Wilde fmalbladige ^ iv^
roode Lychnit by B a u h i n ü s genaamd, en d e ^ r^
Zesde Wilde Lychnis zynde van C l u s i o s ; al- ^ymer.ge,
zo zy ook in Ooftenryk voorkomt. De Steng
! is een Elle hoog , met veele Knoopen en Ly-
merig aan den top ; aldaar bezet met gefteelde
Bloemen en de Bladen zyn Lancetvormig,breeder
dän in de twee voorgaande Soorten.
(5 ) Lychnis met tweedeelige Bloemblaadjes en y.
vierwyvige Bloemen. A lp i f c h e ,
Deeze groeit op de hooge Bergen van Lapland
en Siberie , op de Switzerfche Alpen en Pyre-
neen. H a l l e r , die ze afbeeldt, merkt aan,
dat zy op den Grond een rondje heeft van Tongachtige
Bladen, en een Stengetje, dat ongetakt
is, van een half V oet hoog, op den top met een
Kroontje van paarfche Bloemen, die maar voorzien
( 4 ) Lychnis F e ta lis fu b i i i t e g r i s . S i le n e F lo r ib u s p e n ta g y n t s
See. H. Cliff. 1 7 2 . Fl. Snee. 3 «4 , 4 ° 9. A . L u ^ u 44
L y c h n is f y l v . v is c o fa r u b r a a n g u f t i fo lia . C , II. Pin. zos.
L y c h n is fylv. V I . CLUS. Hiß. C p. 289.
( j ) Lychnis F e ta lis b if id is F lo r ib u s t e t r a g y n is . Fl. Succ. I I .
N . 4 1 0 . S i le n e F lo r . c o r y m b o f i s , C a u l e e r e f t o & c . R . Lagdb.
4 4 7 . S ile n e L a p p cm ic a A lp in a f a c ie V i s c a r ix . Fl. Lapp. 1 8j .
Silene F lo r . in C a p i f . c o n g e f t i s . H a l l . lld v . 3 7 6. T , 7 .
O f d . Dan. T . f i j .
V v 3
I I , d e e l . V I I I . St u k ,