IV. één Geflagt voor, ’t welk den na im voert van
A f d e e l .
Hoofd- A l i s m a . W ater’ Weegbree.
K.‘ Den Griekfchen naam Alisma, van D i o s - Neelwyvige.
c o R i d es afkomUig , geeft de Heer L i n -
N jE D S aan dit Geflagt, waar in verfcheideSoorten
van Water-Weegbree begreepen zyn.
De byzondere Kenmerken beftaan in een drie-
bladigen Kelk en drie Bloemblaadjes, met zes
Meeldraadjes en verfcheide Stampertjes , volgende
daar op veele Zaaden. ’t Getal der Soorten
is a g t, als volgt.
t. ( i ) Water - Weegbree met Eyronde fpltfe
PUntago. Bladen en Jlomp driehoekige Vrugten.
Groots.
D e twee Verfcheidenheden van dit Kruid ,
waar van de eene, die Breedbladigis, zeer fraay
by C ame r a R i u s , de Smalbladige by L o -
BELenDoDONé u s afgebeeld, komen door geheel
Europa aan de kanten van ftilftaande Wateren
en in ondiepe Meiren of Moerasfen voor.
Men zietze by ons, aan den Duinkant en elders,
( i ) Alisma Fol. ovatis acutis &c. Syft. Nat. X I I . Gen.
45J. p. i s 7. Neg. XIII. Gen. 460. p. 2 8 8 . GOUAN Mensp.
190. Ger. Prov. 137. VAILL. Tournf. Par. f l. Belg. Sec.
Alisma Frii&u obtufo trigono. Fl. Lapp. Suee. Gmel. Sit.
J. p. 77. Flancago Aq. latifolia. C. B. Pin. 190. Plantago A-
quatica. C A M . Epit. 2 6 4 . Plant. A q . anguftifolia. C. E .
Pin. 190. Plant. Aq. Don. Pempt. p. 606. Plant. Aq. Fol.
Bet* aut Plantaginis, Floie Gallii albi. Lob. Je, 300. Dama-
foniutn, HALL. Helv. 300.
H E X A N O R ï A. 4*S>
d e r s , veel in zodanige Slooten, inzonderheid IV .
de Breedbladige, die degemeenfle is, Misfchien
komt het verfchil der Bladen alleen van de hoe-Hoofd-
danigheid van den Grond, ’t Gewas verheft zig stuk.
boven ’t Water , zo met zyne Bladen als Sten- . P thgy'
gen, welke met een fchoone Aair o f Pluim van” ^
witte Bloemen, praaien. D e Wo r te l beftaat uit
een dik bos Vezelen. D e Bladen z y n , even als
in de W e e g b re e , overlangs Berk geribd en lang
gelteeld. D e Aair is aartig met haare Steeltjes
gekranst en deeze wederom met kleiner Bloem-
fteeltjes. D e Vrugt is een Hoofdje van veele
eenzaadige Ha auwtjes, in ’ t ronde geplaatst,
doch in drieën verdeeld.
Men wil dat dit Kruid voor het Vee V ergiftig
z y . F a b r e g o u z e g t , dat ’er Koeijen van
zyn geftorven. Deszelfs Sap is zo fcherp, dat
men de Bladen tot een Blaartrekkend Middel g e bruiken
kan , z o H a l l e r meldt.
(2 ) W a te r - Weegbree m et E yronde fp itfe in
B la d e n , gekroonde S teeltjes en Klootronde a AUs**
V ru g ten .
In Zuid-Amerika komt dit Gewas voor ’t
welk allergrootst Damafonium van P l u m i e r
geheten wordt. D e Bloem is g ed a ch tig , de Vrugc
Klootrond.
F01' 0Vat,’S aCHds &c' Damafonium maximum
7. /«.en j° i0’ Fl° tC flavesccnte> globofo. PLUM. Sptc.
U. Ceel vin. Stcee,