IV.
A fdeel.
XII.
H oofd*
s t u k .
Tweev&y'
T WA A L f MANNIGË i tRÜiDËjr»
Dit Kruid wordt gehouden voor het ÈupA*
torium o f Eupatorie der Ouden, waar van het
den bynaam heeft. De naam, dien het in ’t
‘Franfch, Eagelfch en Hollandfch v o e r t , heeft
met den Latynfchen Agrimenia, wiens oir-
fprong onzeker is , veel overeenkomst. De
Duitfchers noemen het Odermennig o f Bruch-
wurtz , dat is Breuk- W o r te l, wegens de fa-
mentrekkende hoedanigheid. Het wordt van
fommigen ook Lappa inverfat dat is omgekeer*
de Klis Jen ; om dat de Vrugten als Klisjes zyn
en nederwaards hangen , getyteld. Het groeit
wild op drooge plaatfen in verfcheide deelen van
Europa en in de Nederlanden vry algemeen,
gelyk by ons iq de Grazige Duin - Valeijen. Ook
wordt het in de Tuinen aangekweekt.
De Steng is regtopftaande, ftyf en hard en
zeer Haairig , meer dan een Elle hoog opfchie-
tende, in dit Kruid, 5t welk ruige op de kanten
diep ingefneeden o f fpits getande Vinbladen
h e e ft, boven donker o f zwartachtig groen en
van aanmerkelyke grootte, met kleine Vinblaad-
jes daar tusfchen. De grootfte Bladen hebben
dikwils zes of zeven paaren van Vinnetjes. De
Steng is naauwlyks getakt, en loopt boven de
Bladen uit in eene Aair van Bloemen, niet zeer
digt geplaatst, die geel en kort gefteeld zyn;
waar op Zaadhuisjes , als gezegd i s , volgen ,
met haakige Doorntjes; die als de Klisfen aan
de Kleeders hangen blyven. Het eene Zaadbe-
g in ze l, daar in , misdraagt doorgaans 5 zo de
Heer H a l l e r aanmerkt. Dit
D o d e c a n d r ï a . 719
Dit Kruid komt, in fommige deelen van Eu- IV.
ropa, en op fommige tyden des Jaars, meer o f
min welriekend voor; inzonderheid de W o r te l,H o o f d -
die in ’t Voorjaar geurig is. In Italië, nogthans,5™ *^
heeft C o l üMna een Soort gevonden,' die
bleeker groen en grooter i s , hebbende altoos
een zeer fterken Reuk, dien zy ook in de Kruidtuinen
behoudt; doch voor ’t overige van de
gemeene weinig verfchilt, welke, dat zeldzaam
i s , ook op die zelfde plaatfen groeit en geen
o f een onaangenaamen Reuk heeft (*).
Van de groote getande Ooren, welken dit
zo bekende Kruid aan den voet der Bladftee-
len heeft, vindt men geen blyk in de gewoone
Afbeeldingen en befchryvingeD. Z y zyn zeer
blykbaar in een aanzienlyk Tak daarvan, (die
ik nu kortlings, onder een menigte andere keur-
lyk gedroogde Planten, van de Kaap der Goede
Hope bekomen heb, ) zynde wat grooter en
ruiger dan de gewoone, misfchien meer met de
laatstgemelde overeenkomftig. Het Kruid groeit
ook in Virginie.
De Agrimonie wordt uitmuntende geacht voor
Verftoppingen in de L e v e r , en daarom ook
Wel Leverkruid genoemd, ’ t Is zeker, dat zy
een
( * ) D e w e l r ie k e n d e A g r im o n i e i s , v o lg e n s C o l u m n a , in
G e f t a k e n a a u w l y k s o n d e r f c h e id e ly k v a n d e g em e e n e ; d o c h
in d e A fb e e ld in g v a n B a r r e l i e k b e fp e u r t m e n e e n a a nm e r -
k e l y k v e r f c h i l , z o d o o r d e T a k k i g h e id d e r S t e n g e n a ls d e
y lh e i t i d e r B lo em - A a i r e n : Z i e Rar. I c , 6 t i . Agrimer.um
tioratum.
I I . D e e l V I I I . S t u k .