IV. De gefralte,als ieder een bekend, zal ik niet
Afdeel, befchryven. Men gebruikt het , in de Huishou-
Hoofd- ding, v e e l, wegens den Geur en Smaak, wel-
stuEi . ben bet aan eenige Spvzen geeft. Zulks heeft
omtrent het Kruid en de Wortelen plaats , welke
beiden openende , afzettende en Pisdryvendö
zyn , gelyk ook het Zaad. Men teltze onder de
v y f Groote Openende Wortelen, waarvan de
Syroop in veel gebruik is. Het gedefinieerde
Water van Peterfelie heeft een verkoelende hoedanigheid.
Zonderling is 5t , dat het Kruid niet
voort wil in deheetfte Landen des Aardbodems.
Men zegt, dat het veel gebruik daar van’t Ge-
zigc benadeelt en het zou een Vergift zyn voor
arr~ de Pappegaaijen.
Onder de Verfcheïdenhedenis behalve de Gekrulde
, gemeenlyk Krul - Peterfelie genaaamd ,
welke meer tot fleraad der Schottelen dan voor
de lekkerheid dient, en die meD Wortel-Peterfelie
noemt, welke insgelyks hard en onimaakc-
lyk is van Loof : inzonderheid te tellen de Peterfelie
van Macedonië . zogenaamd; waar van
het Zaad in de Apotheeken ook bekend is, een
weinig van het Peterfelie - Zaad verfchillèndè.
Dezelve is , als de eerlte Soort van G om-Eppe,
* Biadz. hier voor befchreeven *.
IJO.
II.
Jlplum
gravotens»
Ssllery.
(2) Eppe met Wigvormige Stengbladen.
Die
- 'a ' Apium Fo'. Caulinis Cuneiformitms.- Mat. Med. jÊÊ$
H- Clif. Ups. R. LutjÜ. i i } . Gquan M m p , v$i. Gek.
P r tv
Dit is de Apium der Apotheeken, een Kruid IV.
dat men wild grocijende Mndt, in vogtige Wei-
den en aan de kanten der Wateren , in de mees- H o o f d -
te deelen van Europa, en overvloedig aan Sloo-STUK#
ten en Beekjes in het laage gedeelte van onze
Nederlanden. Men noemt het, by ons, Juffrouw-
Merk of Eppe, en Wilde Seldrie by ’c gemeen.
De Hoogduitfche naam is Epfig, de Laliaarfche
Apio, de Franfche Ache, en de Engelfche Smal-
lage. Men noemt het ook Paludapium, dac is
Moeras-Eppe, met den Griekfchen naam Eleofelinum
, onder welken DoDONéos dit Kruid
voorftelt, overeenkomftig; om het dus van de
Tuin - Eppe, gemeenlyk, volgens het Italiaanfch
Cellen , by ons Sellery o f Seldrie genaamd, te
onderfcheiden.
De Wortel is lang en dik, Takkig of gearmd ,
met veele Vezelen , fterk van Reuk. Hier uit
komen dikke, Geutswyze, Bladfteelen voort,
die Vinswyze bezet zyri met breede gekwabde,
donker groene, gladde Bladen, hetuiterfle half
in drieën gedeeld , in de omtrek diep en fpits
getand. Het fchiet Stengen , fomtyds twee Ellen
hoog , dik , hol , hoekig en Takkig, met
Knoopen en fmaller verdeelde Wigvormige Bladen.
Prav. 2 s 6. G o r t , Belg. g s . Apium p a lu f t r e f iv e Apium O f -
f ic in a rum . C . B. Pin. 1 7 4 . T o v r n f . Infi. 305. E le o fe lin um .
D o d . Pempt. 69f . E le o f e l in u m , P a lu d n p ium . L o b . ion. 7 0 7 ,
/9. Apium duice, Cclleti ltalörum. TouKNE. Injl. 307.
P 3 ‘ II. Deel. VIU» Suilt