IV. op de Bergen van Java groeit. De Bloempje*
verfchillen ook zeer. Myn Japanfch Gewas, in
H oofd- Fig. i , op Plaat X L V I I l , afgebeeld, komt in
STUK het L o o f vry veel met dat vaD zyn Ed. over-
pii t r. 'ewy' eeü, doch verfchilt, gelyk ik aangemerkt heb,
in Bloem en Vrugtmaaking, niet alleen, maar
ook in de figuur der Stoppeltjes , welke hier
doorbladerig geflooten zyn vertoond. De afkomst
was van Java.
Exm. (23) Duizendknoop m et Pylswys' H a rtvo r-
Tatarieum. m ige Bladen , een ongedoornde opgeregto
fel“ *331* S ten g en eenigerm aate getande Z aaden.
’ Het verfchil van deeze Siberifche o f Tartaar-
fche met de gemeene Boekweit, beftaat daar
in ; 1. dat zy de Bloemen niet wit en hol,maar
groen en vlak en twee derden kleiner heeft: 2.
dat de hoeken des Zaads aan ieder kant twee
ftompe Tandjes hebben : 3, dat zy anderhalf
of, tweemaal zo veel Zaad geeft als de gemeene.
Derhalve zou deeze Siberifche met voordeel
kunnen geteeld worden, te meer, omdat
z y de Koude en Vorst veel beter kan uitftaan;
zo de Heer L 1 n n m v s aanmerkt.
Ttiv. (24) Duizendknoop met P ylsw y s' Hartvor-
Fazopy~ 1ui, TH m.
boekweit.
( 2 3 ) Polygonum Fol. Cordato - Sapittaus &c. Fagopyrutn
erettum Fruftu aspero. Amm. Ruth. 242. Gmel. Sih. m .
p. T. 13. f. i- H. Ups. 96. Cliff. 151. Fagotriticum Si-
biricum. AU. Stockb. 1744« P- *°J- T.
Polygonum Fol, Goidaso - Sagimtis &c. Mat. M d.
ilf .
ruige Bladen, een byna regtopfiaande on- IV1.'
gedoomde Steng en de hoeken van het
Zaad effen. H oofds
t u k .
D it Kruid heeft zynen Griekfchen naam Fa- Trigy*,
gopyron, den Latynfchen Fago- triticum en den”’*'
Hoog- o f Neerduitfchen Boekweit o f Buecken-
'waite, van de gelykenis naar de Nooten der
Beukeboomen ; terwyl het tevens voor Tarw
o f Weite verftrekt. De Engelfchen heeten het
Bnckweat o f Bfank. Men noemt he t, in de boven
fte deelen van Duitfchland, ook Heiden-Kom ,
ïn ’t Franfch Blênoir of Bied Sarrajin ; zo om
de bruinheid , als om dat men het voor drie o f
vierhonderd Jaaren eerst uit Afrika o f Arabie,
en dus van de Sarrazynen, bekomen heeft. L ïn-
ro£us fielt nogthans de Groeiplaats in Afie. Het
wordt tegenwoordig in alle deelen van Europa
gezaaid.
Het onderfcheidt zig van alle andere Soorten
van Koorn door zyn Gewas, ’t welk geene Halmen
maakt, maar een Takkig Kruid met Klyf-
achtige Bladen, aan den top met witte Bloempjes
gekroond ; waar van het Ge z igt, zow e l
als de Reuk,byzonder aangenaam is in de Bloei -
tyd en duizenden van Byekorven vult met Honig
ï 8ï . Helxine Caule ere&o inermi. It. Ups» Cliff. R. Lttgdb.
a i7* Gouan Monsp. 195. Ft. Snee. Belg. Erylïmim cerea!«
Fol. hederaceo. C. B. Pin. 293. Ocymam Cetwle Tas. Hijl.
a7<* Fagopyron. DOD. Fempt. 712.
Hh s lï,« Deei,, ym# Stuk,