AyoEEL Deeze Soort: 5 °P Velden in Afrika groeijen-
vu. 'd e , maakt een Gewasje u i t , dat zeer bekend
H oofd- is in de Broeikasfen der Liefhebberen van vreem-
ST“K* de Kruiden. Het groeit van een Handbreed tot
viSe, een Voet hoog, en beftaat uit korte dikke Blaadjes
, met een zeer fcherpe fty ve Punt, welke
als Spiraalswyze om een Steng groeijen, die zy
geheel onzigtbaar maaken. Somtyds geeft dit
Plantje, van boven o f ter zyden, eene dunne
Bloemfteng uit, van één o f anderhalf Voetlang,
met hangende Bloemen, die in ’ t eerst paarfch,
vervolgens witachtig z yn , doch aan den Mond
groen, en voorts als gezegd is. Het Sap is Waterig
en Smaakeloos» De Franfchen noemenze
Aloë en E p i , dat is Geaairde o f Koorn-Aair
Aloë.
v - (J) Aloë met geaairde driekantige tweelippige
rttufa. Bloemen , die. de onderjle Lip omgejlagen
Geknakte. hébben. Aloë met de Stengbladen vyfvoudig
Ruitdchtig gebuikt, met een driekantige
Vlakte uitpuilende.
In Afrika groeit deeze op Kley - Gronden,
volgens den Ridder. Men geeft ’e r , wegens
de zonderlinge gedaante der Bladen, in ’t Franfch
den naam aan van Aloë a Pouce eeraje , dat men
in
( j) Aloë por. Saicatis triquetris bilabiatis Sec. Aloë Fol.
Cauliitis &c. H. CUff. 13a. Ups. 87. R. Lugdb. 14. GouAM
Monsp. 180. Aloë Afficana brevisfimo crasfisfinjoque folio.
CDMM. Hort, II. T. 6. 7*iLL. Pis. 6. T. j .
in ’t Neerduitfch zou kunnen noemen, P let- IV.
duim - A loë. D e reden hier van i s , dat de Bla- Afdeel.'
den , die zeer kort en dik z y n , uitwaards als Hoofd*
een geknakte punt hebben, naar ’ t end v an een1™ *
plat geknelden Duim gelykende» Ik begryp noch- J%0K°sy'
thans niet , met wat reden L i n n a ü s het
Stengbladen noemt. De Bloemen gelyken zeer
naar die der laatfte S o o r t , zo zyn Ed. aanmerkt.
( 6 ) Aloë m et geaairde T rechterachtige tw ee- vr.
lippige Bloemen , die y y f Slippen omgeboo-
gen hebben , de bovenjle opjtaande. Aloë r-yracrige.
m et drievoudige gejleufde op elkander leg-
gende B laden , die aan de tippen uitgebreid
z y n .
D e Bladen van dee ze, (die weezentlykStengbladen
zyn J zitten als driepuntige Blakertjes
in malkander, zynde zo h o l, dat menze teregt
G e u t je s -A lo ë , in ’ t Franfch A lo ë en echutière >
noemen kan. Men zou z e ook Lampjes-Aloë
kunnen heeten. Z y groeit naauwlyks een Voet
hoog en geeft een dunne Bloemfteel uit van
één o f anderhalf Vo e tlang te , met eenige weinige
Bloemen , die onregelmaatig gelipt z y n ,
aan
( f i ) Aloë F lo r . S p ic a t is I n fu n d ib u l i fo rm ib u s & c . A l o ë F o l .
ï r i fa r i i s C s n a l i c u la t i s Sec. H. Cliff. 1 3 2 . Ups. g 7 . r , Lttgdb.
Z3- Gouan Monsp. igi.'Aloë Afr. erefta ttiangularis & tri«
ang. folio viscofö. Comm. Prstl. 82. x . 31. Til l . Pis, 6,
TV j . Dil l . Elth. i j . T . 13. f. 13.