IV. Door den Heer J a c q u in is deeze, zo wel
Ar° jEL* als door P l u m i e r en S l o a n e , afgebeeld.
Hoofd- De Bladen verbreeden zig Tongachtig naar 't
stuk. en(j en rondachtig by den Voet, alwaar zy ook
" et Regen-Water, even als. de eerde Soort ,
vergaderen ; doch de Steng is hier enkeld en
kort. Op lommerryke en vogtige plaatfen, in
groote Bosfchen,op ’t EilandMartenique,komt
dit Gewas op de Stammen van ontzaglyke Boo«
men voor , wordende van de Franfchen aldaar
Bofch - Ananas geheten.
iv. (4) Tillandfia met Draadachtig dunne, effen*
itnuifbUa.a randige Bladen en eene enkelde losfe Aair.
Dun blad!-
8e- Deeze die den zelfden Heer overvloedig voorkwam
op het Geboomte , dat by Karthagena
groeit aan de Zeeftranden, is merkelyk kleiner
dan de voorgaanden. Zy heeft de Bladen Elsvormig
dun, naar’tbegin verdikkende, ook hol
gefleufd als die der anderen, maar fpiraal omgedraaid
en door witte dwarsbandjes bont; dus
naar een* Soort van Aloë gelykende. ’t Gewas is
daarom fraay en praalt met roode Bloemen, die
ver van elkander voortkomen aan een dunne
regtopftaandc Steng, Het draagt bruine Zaadhuisjes.
(5) Til-
(4) Tillandfia Fol. Filifbrmibus integertimis &c. R. Lugih.
25. jACr^ Amer. Hiß. p. 92. T. 63. Till. parafitica patva&c.
Bbown. Jam. 194. Renaalrriia Spied multiplici. Plum. Gen.
37. Ie. 238. f. 2. Viscum Caryophylloides minus &c. SJtO.VN.
Jam. 77. Hifi- I. p. 190. T. 122- f. i.
( 5) Tillandfia met zeer korte Wortelbladen, een IV.
byna naakte Steng, en eenigermaate ver- AFDEEL •
deelde opftygende Takken. H o o f d -
STUK#
Als een Kandelaar, met veele Armen, breidt v.
zig deeze uit, met kleine Bloemtakjes, die over- TUandjiat
end ftaan op de dwars-Takken der Steng. De^GephUm-
Bladen, welke den Stoel maaken, zyn zeer kort.de’
’t Is ook een Bygewas, als de anderen.
(6} Tillandfia die een Halm heeft, met op el- w.
kander leggende zy delingfe Aairen. eU a J^ '
Veel-
( 7 ) Tillandfia met Liniaale gejleufde neerge- Aairige.
boogen Bladen, een enkelde gefchubde Halm
en enkelde Aair. chya.J
Enkel-
Deeze twee, ook in Zuid-Amerika door Pa-Aaitise*
terP LDMiER ontdekt, ichynen meest door de
gefteldheid der Aairen te verfchillen.
(8) Tillandfia met Elsvormige ruuwe Bladen, vm.
j- Recurva-
dieta.
(s) Tillandfia Fol. Radicalibus brevisfimis &c. Tillandfia kromde.
Parafitica major Sec. Crown. Jam. 194. Renealmia Ramofis-
fima &c. PX.UM. Gen. 27. lc. 237.
Tillandfia Cuimo Spicls imbricatis laceralibus. Viscum
Caryophylloides anguftifblium. C a te SB. Car. I I . p. 89. T.
89 ? Renealmia Spica multiplici. Pdum- Ge«. 37. Ie. 238.
f. 2.
(7) Tillandfia Fol. linearibus canaliculatis reclinatis Sec.
Ren. non ramofa fquamata & floribus niireis. Plum. Gen.
S7" Ie. 238. f. 1.
( i> Tillandfia Fol. Subulatis fcabris &c. R. LugdL
TUI. parafitica parva pruinofa &c. Brown. Jam. 194. Vis-
II. De h . VIII. stok. emn