IV.
A fdeel .
vu.
H oofdstuk.
Emwyvigt.
XI.
Franken*
hirfuta.
Ruige.
Naar eenen Doktor F r a n c h i , te Floren*
ce praktizeerende, een groot Kruidkenner, heeft
M i C ü U i ü s den Geflagtnaam Franca inge-
lteld, waar van de Ridder, zo ’c fchynt, Fran-
kenia gemaakt heeft. Deeze Soort groeit aan de
Kusten van de Middellandfche Z e e , zo wel in
Italië als in Languedok en Provence. Men vindt-
ze by de Autheuren, wegens de uitwendige g e daante,
tot het Varkensgras betrokken; hoewel
R a y het Lychnis noemde, wegens de Bloempjes,
welke Anjelierachtig zyn. Het gelykt ook
eenigszins naar Heide. Sommigen vergelyken
het by de Kali. Het groeit naauwlyks een Span
hoog en heeft knoopige Takjes met getropte
Wormachtige of Naaldswyze Blaadjes. Meest
komt het hurkend o f leggend voor; doch Uit de
Afbeelding van den Heer S. G. G m e l i k ,
die hetzelve by de Aftrachanfche Zoutmeïren
vondt, fchynt het veeleer opltaande te zyn (*}.
(a) Frankenia met ruige Stengen, en gelen-
delde end-Blaadjes.
Deeze, zo wel als de voorgaande, allerbest by
M i c h e l i u s afgebeeld , was door hem in
Apulie en door T o u r n e f o r t op ’t Eiland
Kan-
(*) Reiee durch Rusland. Ik Th. T. 41.
(z ) Frankenia Caulibus hirfutis &c. Franca maritima fup.
multiflora candida. Mich. Gen. z3- T. 2Z. f. z. Polygon.
Cret. Thymi folio. C. B . Pin. z s i. Prodr. 3 5 1 . A l f in e C r e -
tica marit. fupina tcc. ToUHNF. Cor. 4j . Nothria hirfuta.
EEflG. Cap. i f i . T. I. f. 2,
Kandia gevonden. L i n n m ü s voegt hier thans IV.
het Kaapfe Plantje b y , ’ t welk de vermaarde Afdeel.
Sweed, B e r g i u s , onder den naam van IVo-Hoopd-
thria i heeft afgebeeld en befchreeven (* ) ; STUK*
doch hetwelke zyn Ëd. tot de Enkelbroederi~K!^ /om^
gen hadt t’huis gebragt, om dat de Meeldraadjes
in een Cylinder famenloopen. Ook verfchilt
zyne Afbeelding veel van die, des eerstgemel-
den,
(3 ) Frankenïa met flomp Eyronde Bladen, die
van onderen als gepoeijerd zyn. puiveruie*.
Onder den naam van Anthyllis befchryft CLU-n^eftoovt“
sius een Kruidje en beeldt het a f , dat hy in
Spanje gevonden hadt , en wel alleen aan de
Graften der Stad Valence.. Het groeit ook in
Provence en Languedok onder en by de eerlte
Soort, en aan de Oevers der Zuidelyke deelcn
van Italië; 9t Gelykt zeer naar het Kruid dat
men Chamcefyce noemt, döor zyne rondachtige
Blaadjes, die aan leggende Stengetjes groeijen,
uit wier Oxelen de Bloempjes getropt voortkomen,
(*) Naamelyk Nothria hirfuta. B E R G 1U s heeft niets
anders dan Nothria repensy.zeggende dat de Steng en Takken
glad, doch de Takjes tuigachtig 2yn ; ’t wélk van deeze
Europifche veel vetfclülr. ,
(3) Frankenia Fol. obovatis retufis &c. Frank. Fol. oya-
libus. S. Mpnsp. r68. GQUAN Monsp. 185. GeR. Prov. i i f .
Franca mark. quadrif. fupina. Mich. Gen. 23.‘ Anthyllis
Valentina. Clijs. Hiß. II. p. 18S. Hisp. 479. LOB. Icon.
411. Anthyllis mar. Chamafyces ilmilis. C. B. Pin. zsz,
B b