V IV.' Dit Kruid voert van ouds den naam van Po-
A fd e e l , lygonum of Centumnodia, by ons Duizendknoop »
H oofd- wegens de Knoopigheid van deszelfs Stengetjes,
s tu k . en kurkens - Gras, misfchien om dat de Var-
kens het eeten , daar het van andere Beeflen
wordt voorbygegaaD. Het heet ook Kreupelgras,
om dat het op den Grond legt. De Duitfchers
roemen het Wegegrasf en Wegetritt, de Fran-
fchen Renouée of Terrasje o f Corrigiole , naar
den Latynfchen naam Corrigiola , die ’er ook
aan gegeven wordt: de Engelfchen Knotgrasf.
B y de Grieken voerde het veelerley benaamin-
gen.
Het komt overal in Europa , zo wel als in
onze Nederlanden, aan de Wegen en op woeste
plaatfen voor, zeer weelig groeijende in de
allerfchraaUle Gronden, en die bekleedende als
een Tapyt. De Bladen zyn in ’t algemeen uit
den ovaaleD gefpitst en worden op eenigen af-
ftand van den Wortel grooter. Men vindt ’er
Verfcheidenheden van, met fmaller , breeder,
korter o f langer Blaadjes : men heeft het ook
met öpftaande Stengetjes Bladerloos gezien.
Overal, by den oirfprong van een Blad o f Takje
, maakt het Stengetje een Knietje en daar is
een zeer dun Vliezig Scheedje , waar in vier
Bloempjes, by malkander, vervat zyn, op welken
een driekantig, zeer klein, Zaad volgt.
Dit Onkruidje, welks Zaad,door een byzon-
dere voorzienigheid van den Schepper, rykelyk
aan de Wegen verfpreid, het kleine Gevogelte
te I Winters tot Aas flrekt; waar vande by* IV.
naam is ontleend; heeft ook nog andere nuttig- FD1| fL*
heden. Wegens zyne famentrekkende hoedanig-Hoofde '
heid is het Sap daar van of het Aftrekzel in W yn STUK*
o f Water, en het Kruid z e lf, uitwendig opge-W(f. r‘sy'
legd, tegen Breuken, Bloedloop en andere Vloei-
jingen, nuttig bevonden. Een Blaadje daar van
opgelegd en ftyf aangedrukt, heelt een verfche
Wond. De Ingezetenen van Karniolie gebrui-
kenze, met vrugt, op Adderbeeten ( * j.
( 16 ) Duizendknoop met agtmannige driewy- xvr.
vige Oxelbloemen, ovaale Bladen en eeneïl$J™m
opgeregte Kruidige Steng. o p g e r e g t .
Uit Zaad,dat K a l m van Philadelphia hadt
medegebragt, is deeze voortgekomen.
( 1 7 ) Duizendknoop met agtmannige drieiity- xvir.
vige Bloemen , gewrichte Pluim • Aairen tf j t,euta'
en geknotte Scheedswyze Stoppeltjes. Gewricht.
Deeze . werdt in Kanada door dien zelfden
Heer gevonden. Z y maakte Stengetjes van een
Voet hoog , in Bloempluimen aan ’t end verdeeld
, met Liniaale gladde Bladen. De Pluim was
fa-
(*) SCOP3LI, Cam. p. 4*5•
(16) Polygonum Flor. odandris ttigynis Axillaribus, Fol.
ovalibus, Caule eredo Hetbaceo.
(17) Polygonum Flor. odandr. ttigynis, Spiels articnlaris,
Baniculatis; flipulis Vagin, truncads