<12 T i e n m a n n i u e K r u id e n .
IV.
A f d e e l ,
Hoofdstuk.
x r . H O O F D S T U K .
BefchryvingderT i e nma n n i g e K r u i d e n ,
dat is die tien Meeldraadjes hebben, tot welken
, behalve het van ouds bekende Esfchen-
kruid, Voetangel, Wintergroen, Steenbreek,
Zeepkruid, de Anjelieren, Duizendfchoonen}
verfcheide Soorten van Lychnis, Klaver-Zuu-
ring, Huislook, het Sternmuur, Zandmuur,
Spurrie , ook het nieuwlings ontdekte Kruid ,
dat men Vliegenknip noemt, en veele anderen ,
betrokken zyn.
Zeer veele Soorten van deeze Klasfe zyn door
my reeds onder de Boomen en Heefters
befchreeven: zo dat alleen de volgende overbly-
ven, naamelyk
C o D o N.
Van dit nieuwe Geflagt zyn de Kenmerken
door den Leidfen Hoogleeraar , den Heer D.
v a n R o y e K j zodanig aan den Ridder opgegeven
, dat hetzelve den Kelk en Bloem, beiden
, eenbladig, in tienen gedeeld; een Honig-
bakje van tien Schubbetjes: het Vrugtbeginzel
Kegelachtig en het Zaadhuisje tweehokkig ,
veelzaadig heeft.
De
jD e c a n d r i a . 513
De eenigfte Soort daar van, R o y e n i door IV.'
L i nn a ï us gebynaamd ( i ) , wier Groeiplaats
onbekend was, heeft een lievige , kruidige , IIoofd-
ronde Steng , van een Elle hoog , met opgaan-STuE*
de Takken ; de Bladen overhoeks , gefteeld , clio»
Hartvormig Eyrond , iets uitgegulpt, onver-
deeld, gefpitst, Lederachtig, glad, vanboven
ongeaderd. De Bloemen gefteeld , boven de
Oxelen voortkomende, gelyken naar die van de
Belladonna, zyDde witachtig en van buiten met
den paarfchachtige Streepen getekend. Ook is
het geheele Kruid geftreepc.
D i c t a m n u s » Esfchenkruid.
De Kelk en Bloem zyn beiden vyfbladig:
de Meeldraadjes met Klierachtige Stippen be-
fprengd: het Zaadhuisje beftaat uit v y f famen-"
gegroeide Hokjes, in dit Geflagt.
De naam van een , in de Geneéskunde def
Ouden zeer bekend Winkelkruid , gemeenlyk
ÏHptam genaamd , thans tot het Geflagt van
Origanum betrokken , is hier gegeven aan de
Fraxinella , een Plant, die beter deezen naam
behouden hadt ( 1 ) . Evenwel is deszelfs Wor- t„
DiÏÏamnus
* > aïbus,
Europiich*
(1) Codcm. Syfl. Mat. XII. Qeö. u g j . p. 292. Z y .T in .
P- 330.
(1) Di&amnus. H. Cliff. 161. H. Ups. 102. R. Lugib.
463. GOUAN Monsp. 205. GER. Prov. 382. GARID. 191. T.
38. Di&amnus albus vulgo Fraxinella. C, B. Pin. zzz. Mat.
M d. 208. Fraxinella. H a l l . Helv. 311. R e n e a l m . Sp.
>22. T . m i. D o b Ptmpt. 3+8 . LO B . Ic. J 3 7 ,
K k