IV.
'Afd e e l .
x i.
H oofd*
stuk.
Drkwy-
yige♦
r XXV.
'At mar ia
JJr.iflora.
"Vlalchbladig.
Dat in Grootbloemigheid overeenkomt met
het Lorkebladig en Geftreept Z a n d -M u u r ,
doch daar van v e r fch ilt, doordien de Bloemblaadjes
onverdeeld zyn. Het heeft de Kelkblaadjes
breeder dan die aan de Steng, met
verfcheide Streepen en f t y f : de Zaadhuisjes langwerpig
, van langte als de Kelk. Ook was hier
van eene Verfcheidenheid,meteen driebloemig
Stengetje, den Ridder toegezonden.
(2 5 ) Zandmuur m et E lsvorm ige B laadjes, laag
Heefiej-ige Stengetjes en dubbelde Bloemen.
In de Zuidelyke deelen van Europa komt ,
volgens den Ridder, dit Kruidje v o o r , dat korte
verdraaide overblyvende Stengétjes heeft met
jaarlykfe opftaande enkelde Takjes en fpitfe
gladde Elsvormige Bladen. Op ’ t end komen,
doorgaans tw e e , Bloemfteeltjes, het een na ’c
ander vo o r t, met Bloemen, wier Kelk uit Lancetvormige
Blaadjes b efiaa t, zynde de Bloemblaadjes
ftomp Eyrond, wit van Kleur.
C H E R L E R I A. .
D it Geflagt heeft de Heer H a l l e r benoemd
, ter gedagtenisfe van een uitmuntend
Kruidkenner diens naams, aan wien w y , zegt
h y , veelefchoone Planten,die b y J. B a u h i *
k u s voorkomen, zyn verfchuldigd.
De
f25) Artnaria Fol. Subulatis , Caul. fiiftïuticcfo, Flor.
gemino. Syft.Nat. Veg. x 1II.
D e c a n b r i a » 637
D e Kelk i s , volgens L 1 nn jE u s , vyfbladig, IV.'
gelyk in de voorgaande Geflagten , maar het Aï™ u
heeft v y f tweedeelige Honigbakjds , die naar Hoofd»
Bloemblaadjes g e lyk en : de Meelknopjes z y n STUK'
beurtlings onvrugtbaar : het Zaadhuisje is een- Tri^ n,a>
hokkig, driekleppig, driezaadig.
D e eenigfte Soort f i ) is een Bergplantje, dat L .
. _ • Vfo.V.S.i, . t • Chtrltrui
op de Alpen van Switzerland en Italië groeit. SedoUss.
De Heer H a l l e r ham het aldaar waar en be- ^.UIslüokl'
fchreef h e t , als zeer digte Plaggen uitmaaken-
d e , met kruipende Takkige Stengetjes, en zeer
frnalle , gepaarde, digt getropte, fpitfe Blaadjes
; zo dat het z ig byna als M o s , met Bloempjes
als van Muur , vertoonde. W an t die Plaggen
geeven Stengetjes u i t , naaüwlyks twee
Lynen o f een zesde Duims lang, met een fa-
menluikend B loempje, dat uit langwerpige Kelkblaadjes
beftaat en een Peerachtig Vrugtbe-
ginzeltje b e v a t , met drie Stylen , gelyk het
Muur: maar hetzelve is door Meeldraadjes omringd
, waar van v y f tusfchen de Kelkblaadjes,
vyf anderen ieder uit een Hartvormig Nageltje ,
de gezegde Honigbakjes uitmaakende, voortkomen.
Voorts heeft dit Plantje, wegens de Roosach
(1) Cherleria. Syfi, Nat. XII. Gen. jö j. p, 313. PJj, X 1 lf?
Gen. S70. p. 55J. HALL. Helv. 391. X. 6. Opusc. 300. T.
1. f. 3. Sec. Veron. l l l .p. 180. T. 4. f- 3. Lychnis Alpina
Muscofis foliis Scc. Pluk. Alm. 233. T. 42. f. 8. Seduia
Montanum perpufillum , luteolis Floribus. PARK. TAstttr,
738.
II. Uïu,, v l i j , Stuk.