IV.
A f d e e l
x i i .
H o o f d s
t u k .
y-yfvjyvige.
I I I -
Sempervi*
vum Tec-
torum.
Gemeen«
geheeld uit den Amfterdamfen TuiD, alwaar z y
fomtyds een Steng fchoot van zes Duimen hoog:
doch van Bloemen maakt hy geen gewag. By
P l u k e n e t is dit Donderbaard ook afgebeeld
en befchreeven als ongeltengd, maar de Bladen
aan den rand bezet hebbende met eene Franje
van Itekelige Zilverglanzige Haairtjes. By de
Inwooners der Kanarifehe Eilanden, werdt hetzelve
Corozone Celio getyteld.
( 3 ) Donderbaard met kanthaairige Bladen en
uitgebreide Afzetzels.
Dit Kruid , dat door geheel Europa, zo op
de Rieten Daken der Huizen , als op Heuvelen
en elders, waar het Zaad Wortel fchieten w il,
voorkomt, is het Gemeene Groote Donderbaard,
dus naar den Latynfchen naam Barba Jovis getyteld.
Hierom noemen de Franfchen het Jou-
barbe ; doch de Engelfchen Houfeleech en de
Duitfchers Hauslauch , dat is Huislook ; tot
welken naam het, wegens de gezegde Groeiplaats,
van alle Soorten het grootfte Regt heeft.
Op den Grond , (dewyl men het ook in de
Tuinen kan houden,) maakt het Roozen, van
dikf
3) Sempervivum F o l i i s c i l i a t i s , P r o p a g in ib u s p a t e n t ib u s .
S em p e x v . F o l . R a d ic a l ib u s C a r n o f i s c i l i a t i s ,& c . H. Clijf. 1 7 9 .
B .. LugcU. 4 5 7 . G o u a n Mmsp.zss. G f.r . Prov, 4 x 8 . K R AM .
Aa/lr. 1 3 6. Fl. Suec. 3 9 5 , G O R T . Belg. 136 . Mat. Mei.
2 2 2 . S em p e r v iv u m m a ju s a l t e r um f e u B a rb a J o v is . D o d .
Tempt. 1 2 7 . l o b . Lm . 3 7 3 . S e d um m a ju s y o l g a i e , C . B .
Pm. a g j . T o ü b n f .
dikke'zeer fappige Bladen, en geeftzydelings ^ ^
kleine Roosjes uit, tot voortplanting. De Bla- x a .
denzyn op de kanten Haairig of gebaard, aan Hoojw-
de Stengen dunner en naar Myrtebladen eenigs-5 ^
zins gelykende. Deeze maaken de Steng, die
omtrent een Voet hoog groeit, als met Schubben
bekleed, Z y is gekroond met Bloem-Aai-
ren, die zig Takkig uitfpreideü , hebbende op
eene zyde de Bloemen , welke uit een twaalf-
deeligcn Kelk en twaalf Blaadjes bol laan, doch
het getal der Meeldraadjes, die ftevig zyn , met
ronde Knopjes, is , volgens den Heer H a l -
l e r , meer dan twintig: hoewel het Kruid,
wederom, maar twaalf Stylen en daar op volgende
Zaadhuisjes heeft.
De geheele Plant is vervuld met een Waterig
Sap, niet zonder Salpeter, en verkoelt derhalve
uitwendig met eenige fcherpheid , hebbende
zelfs dit Sap de vlakkigheid van ’t Hoornvlies
der Oogen weggenomen. Door te groote verkoe*
lig is het fomtyds , op Ontfteekingen gelegd zyn-
d e, fchadelyk bevonden; doch op Brandfteden
dient het zeer. Kleine Zweertjes o f Wondjes,
gelyk die der Lippen en T o n g , kan het tot hee-
ling brengen , en wordt in Gorgeldranken met
vrugt , tegen Keelziekten en deSprouw, g e bruikt,
In wendig dient het Sap, o f ook de Syroop
van Huislook, tot verkoeling in heete Koortfen ,
in vuile Kwaaien als ook in de Roode o f Bloed-
loop, waar tegen het Sap, van B o i r h a a v e ,
grootelyks aangepreezen werdt.
D d d 3 (4 )Dou'