IV. gemikte Steng; de Bladen dubbeld drievou-
Afdeel. Liniaal j de Kroonen meest in zesjen
H oofd» verdeeld.
STUK.
Tweewy- Aan het Meir van Geneve en in Duitfchland
’”**• groeit deeze, met Stengetjes van een Voet hoog,
dun en rond; de Bladen klein , met weinige
Kroontjes. De Heer H a l l e r heeftze tot het
Tragofelinum betrokken.
XI 0 0 Berg-Venkel met een lange Steng, die
Sefeli Eeltige Knietjes heeft: de Bladen dubbeld
*Hooge. v gevind; de Vinnen Liniaal afflandig.
In Ooftenryk en Vrankryk, zelfs by Fontai-
nebleau, groeit deeze laatlle Soort, die, in de
Tuin geteeld, een Steng bekomt van Mans lang-
te , elfen, met witachtige Knietjes. De Bladen
zyn Zeegroen, Liniaal-Lancetvormig, aan, de
Steng weinig en kleiner. De Kroonen zyn, naar
’t Gewas te rekenen, dun geftraald en klein;
de Bloemen wit.
In de volgende Geflagten, in ’t algemeen,
komen geen Omwindzels, van de Kroonen o f
Kroontjes, voor.
T h a p s i a . Vleugelzaad.
D e byzondere Kenmerken van dit Geflagt
zyn een langwerpige Vrugt, die wederzyds een
Bla-
( i l ) Se/eli Caule elongato &c. Mant. 3J7. Daucus mon-
UBUS fol. Foeniciiü longiote. Macn. Monsp. 294. Fcenic.
fylveftre elatms &c. Vaill. Paris, j 4. Apimn mant. Fol.
teimioie. C. 8. Pin. i 53.
Bladerigen Vleugel heeft. De Griekfche naam IV.
is van het Eiland Thapfus, alwaar zodanig Kfuid
het eerst gevonden zou zyn, volgens D lo s co- Hoofd*
r i d b s ., afkomftig. V y f Soorten zyn ’er maarSTLK*
in vervat , naamelyk
(1} Vleugelzaad met getande ruige Vinblaad- • r.
je s , die aan ’t grondjluk vereenigd zyn. vliiofa{'*
Ruig-
: Deeze, die in Spanje, Portugal, Provence enhaaingi
Languedok, wild groeijendc ge vonden wordt op
Steenachtige Gebergten, maakt een ronden Kring
van ruige groene Bladen, tusfehen welken een
Knoopige Steng tot één of twee Ellen hoogte
opftygt, zynde een Vinger dik, van binnen hol
en Spongieus, met eeD groote geele Bloemkroon,
die, als het Zaad aanrypt, Klootrond wordt. De
Bladen gelyken naar die der Ferula, of naar die
der Dolle Kervel, eenigermaate De Wortel is
lang en dik, van boven Haairig, van buiten zwart,
van binnen wit , en vol van een Melkachtig
Sap , dat zeer bitter en fcherp is en walgelyk
van Smaak. De Spaanfchen noemen het Sumil.
b , de Franfchen in Languedok Malherbe, dat
is Kwaadkruid. De W or te l, niettemin, wèrdt
van
f i } Thapfia Foliolis dentatis villofi», Eafï coadutiitis. Syjf,
Nat. xii. Gen. sjs- o. 216. Veg. Xttl. Gen. 361. p. 259.
11. Cliff. joj'. ,R. Lwzib. t i 5. Thapiia latifolia villofa. C. B.
Pin. 148 Thapda prima. C u u . Hifi. II. p. 152. Thaplia quar.
hitfuta & aspera Cisutat folio. M^GN., Monsp. 24». SefeU
feloponnenfe majus. Lob. Uon. 736- Doo.Ptmpt, 313,
N