IV.
A fdeel.
vi.
H oofds
t u k .
Twcewy-
II.
Peuccda-
num Atpc-
JItc.
Alpifche.
r III.
JUinuS*
Kleine.
’t Groeit jnet dunne knoopige Stengen, fbm-
tyds een Elle hoog, met Bladen als gezegd
i s , veel uitgebreider dan die van Venkel, en
Kroonen van geele Bloempjes. De Wortel gaat
fomtyds ter diepte van twee Ellen nederwaards.
Hy is van buiten zwartachtig, van binnen wi t ;
geevende , als men hem kwetst, een geelachtig
, Hinkend Sap uit, dat fchielyk opdroogt, en
hierom noemen de Duitfchers het Kruid ook wel
Zwavelwortel. Inwendig heeft men ’er een op-
losfende kragt , inzonderheid tegen Borstkwaa-
len; uitwendig eene Wondzuiverende aan toe-
gefchreeven.
(a} Haairftreng met Liniaale getakte Blaad-
jes.
De Kroontjes zyn zeer groot in 'dit Kruid,
dat onder den naam van Alpifche Ferula door
B o e r h a a v e onder de Planten van den Leid-
fen Akademie-T u in , waar men het nog vindt,
is befchreeven.
(3) Haairdreng met gevinde Bladen; de Blaadjes
Vinswyze verdeeld; de Slippen Liniaal
,
( z ) Peucedanum Fol. Linearibus lamofis. H. Cliff. 94. R.
Pagdb. 9*. Ferula Fol. Libanotidis brevioribus, Alpeftris,
Umbellis ainpiisflmis. Boebh. hugih. I. p. 6j.
(3) Peucedanum Fol. pinnntis , Foliolis pinnatifidis &£•
HUDS. Angl, rol. Peucedanum minus. C. B- Pin, 149. RAJ-
Angl. III. p. 217. Selinum montanum pumilum Clufii, Fl.
albo. J. B. Hij7» III. p. 17.
a a l, tegen elkander over ,• de Steng zeer W*
Takktg uit gebreid. vc.
H oofd*
Omdandig is deeze voorgedeld , diehetKlei-sTus.
ne Peucedanum van C . B a uh in u s uitmaakt, Digynia.
en de laage Berg - Selie van C l u s i u s met witte
Bloemen. Z y is in Engeland wild groeijen-
de gevonden.
(4) Haairdreng met Vindeelige Blaadjes; de
Slippen tegen elkander over; liet algemeene num suaui.
Omwindzel tweebladig. «end!111111'
Op vogtïge Velden , zo in de Zuidelyke
als middeldeelen van Europa, groeit dit Kriiid,
dat de Heer H a l l e r niet zeldzaam vondt in
Switzerland. Het heeft een hoekige gearmde
Steng, van twee Voeten en hooger, met groote
y l verdeelde Bladen , wier Vindeelingen , aan
den grooten Bladdeel , wederom gepaard, en
aan ’t end driedeelig zyn met Lancetvormige
Slippen, donker groen, van onderen bleek.- Het
algemeene Omwindzel ontbreekt dikwi l sde by-
zondere zyn gebladerd. Het Zaad, zo wel als
de Wortel , wordt Steenbreekende geacht te
zyn, en hierom wordt het Kruid van de Engel-
fchen wel Steenbreeke genoemd.
(5) Haair-
(4) Peucedanum F o l io l is p irm a t ifid is &c. H. Cliff. R. Lugdb
9*. GOUAN Monsp. E39* Ger. P tov. 244. KBAM. Aufir. 74]
XEIS. Hal. 232. Selëli Pratehfè. C, B. Pin. I6z. Rat. And,
III. p . 216. Siler alterm» pratenfe. DOD. Tempt, 310.