IV. ten einde daar van den W o r te l, als de echte
A fdeel. Rabarb er zynde, door den tyd te kunnen ge-
H oofd- bruiken. Zyn Ed. verbeeldt z ig , derhalve,dat
s t u k . Rhabarber, die men in de Winkelen heeft,
^Dr«ewy. wej van yejfèHèicTeflgy Planten van dit Geflagt
mogt komen ( * ) , die ten aanzien van den Grond,
waar zy groeijen , zo ’tmy voorkomt, ook wel
een weinig in Blader-Loof verfchillen kunnen.
Doch het is zeker , dat de beichreevene Soorten,
zig hier in de Hortus Medicus bevindende
, weezentlyk onderfcheiden blyven. Dus is
aldaar het Rheum undulatum aan zyne gekrulde
kleine , het CompaStum aan zyne overmaatig
groote effene Bladen, en het Palmatüm aan zyne
diepe Infnydingen kenbaar. Maar het is ook bekend;
hoe ongemeen de Wortels naar den Grond, den
tyd des Jaars, het Saizoen en naar dat het Kruid
een Steng gefchooten o f niet gefchooten heeft,
verfchillen. Dus verandert fomtyds het zoete Sap
derzelven in bitter; gelyk in de Raapen o f Knollen
en Radyzen : even als men die beide Smaa-
ken inde Rhabarber-Wortel waarneemt ( f ) .
Inde Soorten van Winkel - Rhabarber, zelfs
die uit eene zelfde Kas komt, is , voor ’t overige
, gelyk men weet , een aanmerkelyk ver-
fchil; zynde het ééoe Stuk geeler, het ander als
wit
(* ) Pallas Reizen. III. De e l , bladz. i s j , enz.
f f ) Want, volgens'den Hoogleeraar Hope , was het Sap
van den doorgefneeden Wortel eerst zoet, en vervolgens*
onder ’t kaauwen , als die van de echté Rhabarber, welke
altoos iets bitterachtigs heeft. Zie bladz. 504.
■ wit en rood gemarmerd en andere byna geheel IV.
wit. Men kan de deugd byna aan den Reuk ont- Afi^eeL*
dekken. De Moskovifche geldt byna eens zo Ho o fd *
veel als de Oostindifche , die niettemin kragti-STUK*
ger dan dezelve fchynt te zyn , geevende meer
Extrakt, meer Harst en na de verbranding meer
Zout (*). Beiden komen zy van de Chineezen
o f Tarfaaren , de eene over Rusland , de
andere onmiddelyk uit China , met de Schepen
der Oostindifche Kompagnie, ons toe. Ik
zal van haare byzondere kragten in deeze en
gene Kwaaien , (dewyl zy meest tot enkele
Buikzuivering gebruikt wordt ,J noch van haare
Stopping na ’t Purgeeren , welke alleen in ’t
Poeijer , niet in ’t Afkookzel o f Aftrekzel,
Tin&uur of Syroop, plaats heeft, gewag maa-
ken. Het laatfte is in de geroóste Rhabarber
zeer aanmerkelyk. Best is ’t , dat men ze met
andere Middelen gemengd voorfchryve.
(5 ) Rhabarber met korrelig ruuwe Bladen en v.
effene Bladfteelen. j j f *
D it Wrattige.
(*) Zie Kalenberg , Proeven en Aanmerkingen over de
Rhabarber, enz. Hed. Vadert. Letter - Oeff. y. Deel . N. 6.
Mengelw. bladz. 113.
( s ) Rheum Rol. grannlatis , Petiolis aequalibus. Grqst.
Oriënt. 130. Lapethum Ot. aspero & Vermcofo folio. Dil l .
JSIth. 191. T, i j s . f. 192. Lap. Or. tomentofum &c. Breyif
Eph. Nat. Cur. Cent. 7. p. 7. Lap. Or. aspermn &c. Po-
tock Oriënt. 139. T. 84- Ribes Arabum. Rauw. It. 266,
282. Ribes Af. foliis Petafitidis. C. B. Pin. 45j . Ribes le-
gitimum Arabum. Clus. Hifi. I, p. 120. Exot. IV. C. 21.