IV.
A fdeel,
XI.
Hoofd
stuk.
Eenvjy
v ig e .
$26 T i e n m a n n i g e K r u i d e n .
wasfen. die hun Voedzel zuigen uit een andere
‘ Plant. De Heer H a l l e r vondt het in Swit-
zerland, zo wel in de Beuken- als in de Pyn-
boom- Bosfchen : M e n t z e l in Pruisfen en
't Brandenburgfche , onder de hoogfte Harst-
boomen. Aldaar komt eerst, zegt h y , een rond
geel Knobbeltje, als o f ’ teen Paddeftoekjewar
e , in de Voorzomer te voorfchyn , en fchiet
vervolgens meer dan een Span hoog boven den
Grond ; terwyl het dikwils meer dan een Elle
diep op den Wortel van een Boom zit. De
Steng is onder den Grond met op elkander leggende
Schubben gedekt, die zy ook daar boven
heeft, maar yler en dunner, zonder Bladen. De
top kromt zig in de jongheid om , doch regt
zig naderhand op , en heeft Bloempjes , met den
aangenaamen Reuk van de Primula Veris; doch
die fchielyk tot Stank overgaat en de Plant,
verdorrende, wordt zwart. D i l l e ni u s heeft-
ze Hypopithys genoemd, als onder de Pynboo-
men o f Dennen groeijende, en ’er dus een nieuw
Geflagt van gemaakt, daar hy zes Bloemblaadjes
aan geeft : H a l l er vier, houdende dan
de buitenften voor den Kelk. T q u r n e f o r t ,
op de meelte Bloemen ziende, maakte ze agt-
bladig. Doktor M a p p u s was het, in de Bosfchen
van den Elfaz , onder dorre Bladen en
Steenbrokken, voorgekomen met vierkantige en
vierhokkige Zaadhuisjes, gelyk T q u r n e f o r t
h e e ft; doch in ’t bovenfte komen zy wel vyfhok*
f f
D e c a n d r i a . 52?
hokkig voor, zegt H a l l e r . Het Zaad is zo
klein als Stof.
( 2 ) Bladloos met de Steng eenbloemig
Bloem tienmannig.
A fdeel.'
xt.
Hoofd»
de stuk. ir.
Monotropét
De Bloem , die eenzaam aan den top der ^ E e a b io e .
Steng groeit, is knikkende en altoos vyfb la-mi2*
dig in deeze So o rt, en heeft tien Meeldraadjes.
Men vindt het Gewas wel afgebeeld door
Ga t e s b y , die z e g t , dat het agt o f tien
Duimen hoog groeit, zynde Vleefchkleurig,en
<3e Steden bezet heeft met kleine fpitfe Blaadjes
: doch het zyn maar Schubbetjes, volgens
C l a y t o n . Zyne Afbeelding vertoont het met
een gevlogten Wortel o f Sto e l, die naar een
Vogelnest gdykt. De Engelfchen, in Virgïnie,
noemen het Broomraape.
D i o N & A, Vliegenknip.
De Kelk en Bloem zyn beiden vyfbladig in
dit Geflagt, ’t welk bet Zaadhuisje eenhokkig,
bultig en veelzaadig heeft.
Voor weinige Jaaren is de thans daar van bekende
Soort (1) eerst in Europa gebragt, en j.
hcm^MZTptt.
A m e r i -
( 2 ) Mcnuropa. C a u l e u n i f io to F lo r e d e c a n d r o . M o n . F lo r e k a a n fch »
n u ta n t e . G k o n . Virg. 4 1 . M o n . m o n a n th o s V i r g im a n a .& c .
M o a i s . Hiß. I I I . p . 5 0 2 . S . x 2 . T . 1 6 . f . j . m a l e . O r o b a n -
e h e V i r g in . F lo r e p e n ta p e ta lo c e r n u o . P l u k . Alm. 2 7 3 . T .
20 9. f . 7 . C A T E S B . Carol. I . p . 3 6 . T . 3 6 . bene. S e l i g m . Eig.
I I . D . p , 58 T . 72.
( 0 D i o n s a . Syß. N a t. Veg. XIII. Gen. Ï 3 0 7 . P» 3 3 3 .
El-
BH. 4