IV. heeft langwerpige Steeltjes , digt Schubswyze
Fx?EI* bekleed met plat Elsvormige, fpits - gedoomde
H o o fd . en Doornig kanthaairige Blaadjes ; een hoog
STüK' Stengetje met kleine fpitfe Blaadjes, die onge-
v>g7.ewy' haaird zyn, en een klein Bloempluimpje.
x. (io) Steenbreek met Zaagswys' getande Blaad•
Sutfarif? jes, een naakt Takkig Stengetje en gefpit-
Geftemd. j ie Bloemblaadjes.
Op de hooge Gebergten der Noordelyke
deelen van Europa, zelfs op die van Spitsbergen
en Lapland, als mede op die van Styrie
en Switzerland, groeit deeze, welke een om-
geboogen Kelk en de Bloemen onder ’t Vrugt*
beginzel heeft.
xr. C11) Steenbreek met Jlomp ovaale , flaauw
Zaagswys' getande, gejleelde Bladen, een
diÊ- naakte Steng en uit Trosjes beflaande
Bloempluim.
Op de Bergen van Siberie Is de natuurlyke
Groeiplaats van deeze Soort, die aldaar een
zeer groote Plant maakt, met Bladen van een
Span
( io ) Saxifraga Fol. ferratis, Cauïe nudo Ramofö &c. Ft.
Suee. 33 5,367- Ft- Lapp. N. 175. Oed. Dan. 23. Sanicula Myo-
fotis &c. Pluk. Alm. 3 31. T. J8. f. 2. & T. 222. f. 4. Se*
duin monr. hirfur. mueron. tc dentato folio. Moris. Hifi.
III. p. 478. S. 12. T. 9. f. 13.
0 0 Saxifraga Fol. ovalibus retufis, oblb’ete ferratis pe-
tiolatis , Caule nudo, Panicula conglomeratS. L in n . Dis,
II. p. 27. T. 14. OME!.. SU. IV. p. 166, T. 66.
Span lang en een Hand breed ; Stengen van IV.
een Vinger dik en een Voet hoog , en een
fraaije Pluim van paarfchachtig roode Kloks- Hoofd *
wyze Bloemen. Van Petersburg in ’t jaar 1760,STUK»
door den Heer D a v i d d e G o r t e r , toen
Lyf - Arts van de Keizerin, naar tJpfal gezonden
, heeftze aldaar gebloeid en is in Afbeelding
gebragt door den jongen Heer LiNNiEUS.
Ik kogt voorleeden Jaar, hierop de Markt, een
fchoone bloeijende Plant daar van, welke in
de open Grond zeer tierig by my groeit, doch
tot heden ( 9 Sept. 1777.) geen nieuwe Sfeng
gefchooten heeft. De Geftalte was aanmer-
kelyk van die Upfalfche verfchillende, gelyk
uit deeze. oor my toen daar van opgemaakte
befchryving blykt.
De Plant hadt wel dergelyke Bladen, als gemeld
is, maar twee enkelde Stengen, een Vin.
ger dik en anderhalf Voet lang, donker-rood;
aan den top overhoeks verfierd met Horizon-
taale Steeltjes, ieder een Trosje draagende van
ongevaar tien of twaalf Bloemen. De meeften
derzelven waren vyfbladig, hebbende vyf Meeldraadjes
en drie Stylen: zeer weinigen zesbla-
dig met twaalf Meeldraadjes en maar eenigen
met twee Stylen of Stampers, Met tien Meeldraadjes
heb ik ’er geen.e Bloem aan kunnen
vinden. De Kleur was bleek paarfch. Zy hloei-
de in een Pot, in de Maand April.
,Men heeft in Sweeden waargenomen, dat de
Steng jaarlyks in de Grond kruipt, zwart wordt
Mms en
n . n in . . vin. stuk.