IV.
A f d e e l .
IX .
H oofd
s t u k .
y i e r iv y
vige.
Uit een Stengetjevan omtrent een Span hoog,
geeft het vier Bladen uit , fpits Eyrond van
fi.,uur, die in ’t kruis ftaan, en geftreept zyn.
Uit het midden derzelven komt een S te e ltje ,
met een Bloempje van vier zeer fmalle groenachtige
Blaadjes, fmailer en korter dan de vier
Kelkbladen. In ’ t midden is een vierdeelig
Vrugtbegïnzel, van agt Meeldraadjes omringd
en met vier S ty len , die omgekruld z y n , g e kroond.
Hier op volgt een zwartachtige blaau-
we B e z ie , die in vier holligheden veele Zaa-
den bevat.
Sommigen hebben dit Kruid by de Nagtfcha-
de vergeleeken en ’er een verdoovende kragt
aan toegefchreeven. Anderen noemen ’ t heilzaam.
D e B esfen, die een Zuurachtig Sap bevatten
, worden van Viervoetige Dieren zonder
hinder gebruikt. L o b e l verhaalt, dat menze
gemengd hadt onder een T e g e n g if t , waar door
een Hond , dien hy Rottekruid en Sublimaat,
tot een half Drachme, hadt ingegeven, was genezen.
Het Zaad zou Menfchen , die half gek
waren, herlteld hebben. Het Kruid g edampt,
en als een Pap verfch opgelegd, neemt de Zwelling
der Tee lde elen, en andere Ontfteekingen 4
fomtyds weg.
A d o x a . Muskuskruid.
D e Kelk is tweedeelig beneden, de Bloem
vier o f v y fd e e lig , boven het Vrugtbeginzel g e pla
atst,
O C T A N D R I A. 491
plaatst, dat een vier- o f vyfhokkige Bezie wordt, IV.
met den Kelk famengegroeid. Afdeel*
De eenigile Soort, hier van bekend ( 1 ) , isHooFD-
ook in de Bosf^hen van ons Wereldsdeel niet!TUK*
ongemeen , en groeit zelfs in Sweeden. By Bern Aj 'xa
in Switzerland vondt de Heer H a l l er z zMnchuti-
menigvuldig. L o b e l noemtze Allerkleinjle Ram Eutopifch»
nonkel der Noordelyke Landen , met een Kruidige
Mosachtige Bloem, ’t Is mede een zeer
klein Plantje, met Blaadjes als van Duive Kervel
en niet onaangenaam van Reuk; weshalve
C ordds ’er den naam van Moschatellina aan
heeft gegeven. Die Muskus - Geur is echter niet
dan by ’c bloei jen te befpeuren.
„ In ’t vroege Voorjaar (ze g t H a l l er)
j , brengt het uit zyn Stengetje, op ongeblader-
,, de lange Steeltjes , zyne geelachtig groene
„ Dobbelfteentjes voort. Het zyn Teerlingfe
„ Aairtjes van v y f Bloemen, de vier zydeling-
„ fen Raderachtig , in vyven gedeeld , ieder
, , met een driebladigen Kelk en tien Meeldraad-
,, je s , uit het Pypje van de Bloem, en v y f en-
s, kelde Stylen. De Vrugt is vyfhokkig, vyf-
,, zaadig, door aanryping zagt wordende en
„ Be-
( 1 ) A d o x a . Sy/Ï. Nat. XII. Gen. 49«. p. 278. Veg. XIII.
Gen. soi. p. 3 i j . H. Cliff. IJ2. R. Lugdb, 2ja. Gouan
Mcnsp. soo. Weig. Pont. Rug. 7 j . Fl. Suec. 326, 347.
Moschatellina. Cobb- Hift. 172. Ranunc. nemorofus Moscha-
tellina di&us. C. B. Pin. 178. Futuaria bulbofa fèu Tiibero-
fa minima. T a b . lei 39. Ranunc- minim. septenrrionalium
&c. Lob. Ie. £74.