IV. dén, een half Klootronde Kroon en ruige
AFDv®fL* Zaaien.
stuT.0" Op droöge Berg-Velden , zo in de Noorde-
Twetwy. lyke als in de Zuidelyke deelen van Europa ,
v,%e' groeit dceze, die, volgens H a l l e r , dit by-
zondere Kenmerk heeft , dat de Blaadjes der
eerde Vindeeling, van den tweeden'rang, kruislings
liaan; de anderen niet; 'c welk ook in de
Karwey plaats heeft en in ,de Gekrulde Pimpernel.
Voorts zyn de Bladen , naar den Ouderdom
van ’t Gewas , ongemeen verfchillende ,
fomtyds een EUe, fomtyds maar éen Plandbreed
lang en dus ook grover of fyner ingefneeden,
doch altoos ’t gedsgte Kenmerk hebbende. De
Kroon is groot en niettemin zeer digt,beftaan-
de uit veertig kleine Kroontjes. De Steng is van
twee Duim tot eert Elle hoog en heeft een Ke-
gelvormigen, fcherpen, Kruiderigen Wortel. De
Bloem is wit : de Stylen van de Vrugt zyn
paarfchachtig en het Zaad eenigermaate ruig,
doch ook fomtyds glad.
ii. (2) Beerwortél met Kruiswys’’ gevinde infny-
Athamunta dig-gehoekte Bladen Cer yana. o cv en kaale Zaaden.,
Gekimfte. j - je e z e j s y a n r j v i n u s Cervaria genoemd,
om dat de Duitfchers het Kruid Hirfchwurts,
dat
(j) Athammta Fol. p:nnatis decusfatis &c. Selin. Fol. Ra-
dicalibus ferratis &c. H. Cliff- 52. H. Ups. 59. Daucusmont.
Apii folio major. C. B. Tin. ijo. Dauer tertium Genus.
Fuchs. Hiß. za. Cervaria. B.IV. Pent, 12.
dat is Hertenwortel' heeten. Men vindtze by IV.
fommigen Groot Berg - Wortelkruid s met Eppe-
Bladen , getyteld. De Groeiplaats is overal in Hoofd-
de Bergachtige deelen van Europa. De WorteliTUK-
en het Zaad heeft een aanmerkelyke Kruiderig-
heid. ’t Gewas is moeielyk van ’c voorgaande
en volgende te onderfebeiden.
(3) Beetwortel met gevinde, infnydig -gehoek- in.
te Bladen. ofi.bhi.r«icmaa.nt*
Siberilchs.
Deeze , in Siberie waargenomen door den
Heer G m e l i n en zeer duidelyk afgebeeld
heeft alleenlyk de Wortelbladen Kruiswyze gevind
, en de Steng van een half Voet tot twee
Ellen lang. De Reuk is byzonder, eenigszins
naar dien der Bokken zweemende. De Bloemen
zyn van onderen rood.
T 4 ) Beerwortel met byna dubbeld gevinde iv.
Bladen , de Blaadjes nederwaards op el~
kander leggende: de Kroontjes Linsvormig. kt0J“de.
In Siberie is ook deeze waargenomen, die
de Steng maar een Voet hoog heeft, met twee
o f drie Bloemdraagende Takjes en gefleufde
Blad-
(;) Athamar.ta Pol. pinnatis incifo -anguiatis. 11. Ups. 60.
Ath, Fol. pinnatis pinnatifidis, Radiciiibiis decusfatis. Gmel.
Sib. I. p„ is«, Tab. 40. fig. 1 , z.
G) Atbamanta Fol. fubbipinnatis , Folioiis deorfum im*
bricatis, Umbeljl Lentiformi. Dauciis montamrs, Pimpineli*
S’axifraga: Hircina: folio. Px.UK. Alm. 1251, T. 175, f. r.
E 3