IV.
'Afd e e l .
S i.
H oofdstuk
«
II.
Silene Lttfi-
tanica.
Portugeefch.
III.
Quinque-
Dulnera.
Vyfwondig.
604 T l E N M A N N I G E K R U I D E N !
I
B loem blaadjes, opgeregte Bloemen , en om-
geboogen gefteelde overhoekfe V ru g ten .
D e e z e , in Engeland en Vrankryk gevonden,
heeft de Bloemblaadjes niet gekarteld; de on-
derfte Bladen zyn Eyrond Lancetvormig, naar
den Voet op de kant gehaaird; de Kelken niet
Haairig maar met Doorntjes op de hoeken. Het
Gewas is Lymerig en met Reuk.
. (2) Veldkaars dat ru ig i s , m et getande onverdeelde
Bloemblaadjes , opgeregte Bloemen
en m iksw ys’ omgeboogene overhoekfe V ru g ten
.
D e e ze Portugeefche heeft de Vrugten horizontaal
omgeboogen, zeer Haairig. Van Lyme-
righcid vind i k , in dit ruige Kruid, niets gemeld.
( 3 ) Veldkaars m et effenrandige byna ronde
Bloemblaadjes en opgeregte- overhoekfe
V ru g ten .
f - . - , ; ; IQ
Gen. S6Z. p. 3°9- Pïg- XIII. Gen. JS7. p. 330. H. Ups.
113. Viscago Ceraftii foliis, Vasciilis pendulis, Anglica. DH-L.
Elth. 417. T. 309. f. 398. Lychn. fylv. hitfuta annua , Flore
minore albo. VAILL. Paris. 121. T. 16. f. iz .
( 2) Silexe hirfuta , Petalis dentatis indivifis Sec. H. Ups.
113. Clifi'. 172. R. Lugib. 447. N. 14. Viscago hirfuta Lufi-
tanica flellato Flore. Dil l . Elth. 420. T. 311. f. 401.
(3) Silene Pet. ïntegerrimis fubrotundis &c. H. Ups. 113•
■ Cl iß. 171. R. Lugib. 44(5. GoUAN Monsp. 216. Ger. Pr tv.
414. Lychn. fylv. Lanuginefa minor. C. B. Pin. ro6. Lychn.
hilf. Flöte eleganter variegato. Raj. Hiß. 997.
D e C a n d r i a . 605
Inde Zuidelykedeelen van Vrankryk,in Span- IV.
je en Italië , is de Groeiplaats van d ee ze, die x^fU
ook geheel ruig i s , hebbende de Kelken der Hoofd.
Vru gtopgeregt, Haairig en Lymerig: de Bloem-8TuK* .
blaadjes, die in de voorgaande rood z y n , paarfch
met een bleeken rand. Z o het de Kleine W ild e
Wollige Lychnis is van C . B a u h i n u s , dan
is door dien Autheur, verkeerdelyk, de Zesde
W ild e L y c h n is , van C l u s i ü s in SpaDje
waargenomen , welke de Bloemblaadjes zeer
fpits driepuntig heeft, door L ob el onder den
naam van A llerklein fie ruige w ilde L ych n is overgenomen
, aangehaald ( * ) . Ook hadt deeze de
Stengetjes maar een Handpalm hoog en die van
R a t , welke duidelyk gezegd wordt de Bloemblaadjes
rond en ongekarteld te hebben , een
Voet hoog.
(4 ) Veldkaars m et geaairde overhoekfe een zydi- iv.
ge ongejteelde Bloem en, de Bloemblaadjes noélrna.
tw eedeelig. .. Magcs.
In Spanje , L anguedo k, als ook in Penfyl-
vanie, groeit volgens L innjeus deeze , die
de Steng w el anderhalf o f twee E llen hoog h e e ft,
vo l*
(*) Lychnis fylv. hiita minima. Lob. Ie. 3 39*
(4) Silene Flor. Spie. alternis &c. Silene Fol. Lanceolatitf
&c. R. Lugib. 447. N. i j . Viscago hirta No&iflora &c.
Dill . Elth. 420. T. 310. F. 400. Lychnis fylv. hirfuta &c.
Bark. Ie. 10. T. 27. f. 1. Lychn. Seg. Mat. ann. hitta»
Moris. Hifi. II. p. 345. S. 5- T. 36. f. 7.
II«D£sl. vul, stuk«