IV. C i) Sternmuur n e t H artvorm ige gejleelde Bla-
A f d e e l . ^gn ~ p i uim fajlaande u it Takkige Bloem-
H oofd- Jleeltjes,
fcTUK.
i. In veele gedeelten van Europa komt dit al»
iïemlZm. lerhoogfte Muur in de Bosfchen voor. IMen
innend v^n<^t het 00^ » ’n onze Nederlanden, hier en
daar , op belommerde plaatfen. D e verfchillen-
de Vrugtmaaking niet alleen, dewyl het gewoo-
* zie ne Muur ilegts v y f Meeldraadjes heeft * , maar
bladz.2-fj.inzonderheid de grootteonderfcheidtdit G ew a s ,
het welk Stengen h e ï f t , dikwils van meer dan
een Eile hoogte en Bladen als die Van Glaskmid
o f Nagtfchade, op de kanten gegolfd en als ’t
ware eenigsziDs uitgehoekt. D e Bladen zyn v
gelyk in ‘t gewoone M u u r , gepaard; de Bloe-
" men hebben altoos tien Meeldraadjes.
H. ( s ) Sternmuur m et E iro n de ongedeelde B la-
Jbichotoma. , rr i j o , ^ J ,
Gegaffeld. d en , een gegaffelde S ten g , eenzaame Bloemen
en oiïigeboogene P ru g tjieeltje s„
(3} Stern-
( 0 Stdlaria Fol. C o r d a t i s petiolatis &c. Syfl. Nat. XIL
Ges. 563. p. J u . Neg. XIII. Gen. 548. p. 352. Gort. Belg.
p. 121. GoUAN Mensp. 218. KRAM. Auflr. 124,. Fl. Suer..
2. N. 391. Alfine altlsfima Nemorum. C . E. Pin. 230. Als.
snontana Hederacea maxima. Col. Ecpbr. I. p. 289. T.
290. g. Alfine montana latifoha, Flore laciniato. C. B. Pin.
29 o. Ru PP. Jen. 109. Als. Fol. Coid. Tetalis bipartitis.
Ha l l . Helv. 386. Alfine majot. Dod. Pmpt. 29. AUir.e
maxima. Lor, Ic. 4Ö0.
(j.) Stdlaria FoJ. o y a t is f e s f i l ib u s , C a u l e d i c h o io m o & c .
(3) Sternmuur met Lancetvorm ige f y n getande IV.'
Bladen en vyfdeelige Bloemblaadjes. Afdeel»
Van deeze twee groeit de ee rfte, zegt L i N - ^ y ^ D "
N iE u s , op de Switzerfche en Sjberifche Alpen , ut.
de andere in Siberie. D e e ze h e e f t , volgens
A m m a n , fmalle langwerpige Wilgen bladenstraaiend,
en eene witte zeer fyn geihipperde Bloem.
C4) Sternmuur m et L ancetvorm ige f y n getande iv.
B laden en tweedeelige Bloemblaadjes. oogen^
troost.
C5) Sternmuur m et L in iaale effenrandige B la - y.
den en gepluimde Bloemen. Grasachu"
Deeze twee Soorten , in oöze Nederlanden
zo wel als in andere deelen van E u rop a , tot
zelfs in Sweeden en Provence, op belommerde
vog-
(3) Stdlaria Fol. Lancaolatls ferrulatis , Petalis quinque-
pattitis. Alfine Saxatilis angufio ec oblongo Salicis folio
&c. Amm. Ruth. 83. T. 10.
(4) Stdlaria Fol. Lanceolatis ferrulatis, Petalis bifidis.
Alfine foliis Lanceolatis. H, Cliff. 172. Fl. Suec. 371, 392.
GORT. Belg. ji2 i, KRAM. Auflr. 124. Car. Holofteus Ar-
venfis, More majore. C. B. Pin. 210. Holofteum Ruellii.
Lob. Ie. 4S-
( s ) Stdlaria Fol. Linearibns integerrimis Sic. Alfine Fol.
Linearibus Fl- Lapp. Suec. Belg. f l. Cliff'. 172. R. Lugdb.
449. GOUAN Monsp. 2t8. Ger. Prov. 403. Car. Arvenfis
glaber Flote minore. C. B. Pin. 210. Gramen floridum minus.
T ab. Ic. 232. £. Alfine Folio Gram. anguftiore palustris.
Dil l . App. 69. y . Car. holofieus Alp. apgulüfolius. C .
B . Pm. 2 i o . P r oir. 10 4 . N . 6.