454 A g t m a .n n i c e K r u i d e ».
IV. Deeze groeit in Virginie en wordt van C lay -
AF?x.EL’ ton genoemd Kleine Santorie , met Vleefch-
H oofd- kleurige Bloemen , die in elf o f twaalf flippen
s tu k . n vercjeeld. Men ziet hier uit de Geftalteder
vif/*™*' Planten van dit Geftagt, terwyl zy in Bloem'
en Vrugtmaaking van het'gemelde Kruid , dat
onder de Gentiaan betrokken is , verfchillen.
, S T E L L E R &.
Naar den vermaarden S t e l l e r us_, die uit
Rusland de Ooftelykftedeelen van Sibèrie door.
kruist heeft , is dit Geüagt benoemd , welks
Kenmerken zyn, een vierdeelige Bloem, zonder
Ke lk , met zeer korte Meeldraadjes en een en-
keld Zaad , dat een Snuitje heeft. Tw ee Soorten
komen ’er in vo o r , naamelyk
i. ( i ) Stellera met Liniaale Bladen en vierdeeli-
v l f Z l & Bloemen.
Smalbladi- . \ n r iv;
ge. T o u r n e f o r t , die dit Kruid je, zo wel
als
273. Gentiana Flor. 12 petalis, Fol. diftin&is. Gkon. Virg.
-7 » 32-
(1) Stellera Foliis lineaiibus, Flor. quadrifidis. Syst. Nat.
XII- Gen. 483. p- - 7i- Mg. X! l l . Gen. 488. p. 309« Am.
jicad, I. p. 400. SAUV. Monsp. 69. GOUAN Monsp. 197.
G ek. Prov. 444. Pasfeiina Fol. linenribus &c. Gbett. Stamp.
25. DALIB. Paris. 118. Thymelsea Linarise folio vulgaris.
Va il l . Par. 191. Tooknf. Par. 537. Pasferina Tragi. ]. B.
Hifi. 111. p- 455. Ha l l . lielv. 187. Lithofpermum Linatis
folio Geimanicum. C. B. Pin. 299. Linana altera Botryoides
montana. C ol. Ecphr. p. 52. T . 80.
O C T A N D R I A . 455
als anderen, omftreeks Parys _ geTv on* denj h1 ee/If t, afdIeVe.l. merkt aan , dat C o l ü m n a , die er de bette 1X.
Afbeelding van heeft gegeven, het maakzel der Hoofd«
Bloemen niet gekend heeft, ’t welke, zegt hy
door J. B a u h i n u s wel is befchreeven. Z y «ia. ****
gelyken veel naar die der Thymelcea, weshalve
hy ze ook in dat Gefiagt badt geplaatst. Met
de Gnidia en Pasferina, twee Geflagten van
meestal Kaapfqhe Heefters, door my voorheen
befchreeven (*_), waar dit tusfchen komt, flroo-
ken zy ook zeer wel. Ik begryp naauwlyks ,
waarom J. B a d h i n p s dezelven by een Korfje
vergelykt. Z y zyn Trechterachtig en vier.
deelig, doch zeer klein , komende aan de zy-
den ongefteeld voort in een fyne Wolligheid ,
die naauwlyks te bekennen is dan op de Zaadjes,
met de Bloemblaadjes gekroond, welke eene Peerachtige
figuur hebben, zynde uitermaate klein.
Aan dit Kruid, ongevaar een Voet hoog met
een regt Stengetje , opgroeijende , werdt door
fommigen , zegt T r a g u s , de naam gegeven
van Pasferina, om dat de gladde Blaadjes naar
de Tongen der Vogeltjes , die men Mosfchen
noemt, gelyken; zo B a u h i n u s het verklaart
, die hetzelve Pasferina Tragi noemt. Dit
is dan de oirfprong der benaaminge van dat Gefiagt,
hier tot een bynaam gebruikt. Hy beeldt
het in *t Zaad fi:aande,doch anders redelykwel,
af;
(*) Nat. Hiß- II. D. IV. stuk, b!adz. S4J, J4S<
F f 4