IV. van Sorbenkruid,isbefchreeven * , en de Kleine
A fdeel. 0£ Tuin-Pimpernel onder de Eenhuizigen, die
H oofd Veelmannig zyn , ver hier agter, (laat te vol-
stu k. gen> Zodanig verfchillen de Vrugtmaakende
vip, wy' deelen in Kruiden , die men onder den zelfden
* zie naam begreepen hadt! Maar het bevat de Be-
■ t'Voorg1.tnvemel en andere Kroontjes-Kruiden, tot welken
■ yii.STOK.ook de Plant, die het Anys - Zaad uitlevert, is
betrokken.
De Kenmerken zyn, een langwerpig Eyronde
Vru gt; ingeboogen Bloemblaadjes , en byna
Klootronde Stempels, ’t Getal der Soorten, meest
Europifche, is zeven , als volgt.
Pimpitulla BeverneI met enkeld gevinde Bladen, de
Saxifraga. kinnetjes der Wortelbladen rondachtig, die
Steenbiee- boyenften Liniaal.
ke.
Het Kruid dat de vermaarde T o u r n e f o s t
Tragofelinum genoemd hadt, en wel het Kleine
, maakt deeze Soort uit, tot welke, zo ’t
my toefchynt, de beide Soorten van H a l -
L e r , hief onder opgetekend, behooren. Want
in
( l ) Pimpinella Fol. pinnatis , Foliolis &c. Syjl. Nat. XH,
Gen. 3«3- p. ï i 7- Veg- XIII. Gen. 3««. p- 241. Fl. Suet.
246. Mat. Mei. 11$. Pimpinella. H. Clitf. 1 os. R. Lugib. 1 iy.
Pihipinella Saxifraga minor. C. B. Pin. uSo. Pimpinella Sa-
xifragia. Cam. Epit. 774. Saxifraga parra. Dod. Pempt. 315.
Bïpinella Saxifraga minor. Lob. leen. 719. Tragofelinum minus.
Tourwï. Inft. 309. Tragos. Pinnis fubrotundis circunn-
ferratis. Urn. Pinnis Iacitiiatisfupetins tenuisfimis. HALL. HeLv,
in de Afbeelding van C a m e r a i u ü s , die IV.
de Vinblaadjes rondachtig heeft , ontbreeken yEEL'
de Liniaale Stengvinnetjes, die duidelyk voor-Hoofd-
komen in de Afbeeldingen v an L oB E L enD o - 'TÖ!r‘
n o N é u s , door zyn Ed. betrokken tot de laat- ,gynia'
fte. Men noemt het Bevernel, in 5t Hoogduitfch
Bibernel, welke naam van ’t woord Bipinella,
dat van de plaatzing der Vinblaadjes op twee
ryën afkomftig fchynt te zyn, ontleend is. De
Engelfchen heeten het Burnet Saxifrage : de Fran-
fchen Bouquetine of Boueage, dat zo veel zegt
als Bokkenkruid. Sommigen, naamelyk, hadden
het Saxifraga Hircina getyteld en Tragofelinum
betekent Bokken - Selie. De Groeiplaats is door
geheel Europa, zelfs in onze Nederlanden , op
Zandige Hey- Velden.
(2 ) Bevernel met enkeld gevinde Bladen, die Italie
Blaadjes gekwabd heeft,hetend-Blaad'„agZ‘.
je driekwabbig. Gtoote.
De Heer L i n n a ï ü s onderfcheidt thans de
Groote Bevernel, welke zyn Ed. bevoorens tot
eene zelfde Soort betrokken hadt. Z y verfchild
van de anderen , zo de Heer H a l l e r aanmerkt,
(2) Pimpinella Fol. pinnatis, Foliolis Sec. Mont. 219. Pim-
pin. Fol. pinn. Foliolis Lanceolatis fenatis acutis. Gl*. Pmv.
i j j . Pimp. Fol. pinn- Pol- Cord, irapari yilobo. Huds. Angl.
n o. Pimp. Saxifraga major UmbelU candid!. C. B. Pin.
I j 9. Saxifraga magna. Dod. Pempt. 315. Pimp, major Fuchfii.
Lob. lc. 720. Tragofelinum majus. Tournf. In ft. 309. Tia-
gos. Pinnis femilobat'3 circum -ferrati«. HALL. Helv, 421.
K* BEE« VilL STUK,