mBBBaÊBmga
QO§ B e s c h r y v i n g DEI ï
ÏV* Aangaande de Gom-Harst, welke de Ouden
v“ EEL' Bdellium noemden , is nog minder zekerheid.
H oofd- Sommigen (tolden , volgens M a t t h i o l u s ,
stuk. (jac kec niet anders-dan Myrrhe zy geweest.
Bdeiiium. £)jOSCORIDES maakt ’er drie, B a u h i n ü s
zes Soorten o f Verfcheidenheden van. Volgens
P lin i ü s kwam zy van een Boom, van grootte
als de Olyven , met Bladen als der Eiken
enz. Dezelve groeide in Arabie, Indie en Me-
die. P l o k f.n e t beeldt een Bdellium - draa-
gende Amerikaanfche'Boom af. Po m e t ze g t,
dat men aan de Gom Anime en anderen dien
naam geeft. Het gene wy in de Winkels voor
Bdellium hebben, is een taaije zelfftand’gheid,
van buiten eenigszics naar Myrrhe gelykende 9
doch van binnen roodachtig half doorfchynende;
zo dat zy niet kwaalyk zweemt naar Lymkoek-
jes. Z y vlamt aan de Kaars en is niet onaangenaam
van Reuk. Dikwils vindt menze, in de
Kasfen , gemengd onder de Myrrhe’, enfomtyds
onder de Arabifühe Gom : zo dat deeze drie
Gommen zekerlyk in de zelfde Lahdftreeken ,
van Abysfinie o f Ethiopië, en misfehien alle drie
van Boomen voortkomen. T h e v e t verzekert,
dat hy wel tweeduizend Myrrhe en Bdellium
draagende Boomen, in één Bofch, by el-
jkauder groeijende, gevonden heeft
S my r .
De Boomen , die de Anbïfche Gom uitleveren, heb
ik in het II. DEELS III, STUKt biadz. 6 , ?nz- reeds be$
fchreevea.
K r oont j e s - K ruiden.
S m y r n i u m . Veld-Eppe.
Een langwerpige geflreepte Vrugt: de Bloem- Ho<^ D>
blaadjes gefpitst en gekield: onderfcheiden dit . tuk.
Geflagt, waar van v y f Soorten, meest uitheem-
fche, voorkomen; naamelyk
( i ) Veld -Eppe met tnkelde omvattende Steng- ^ \'nium
bladen.
tum,
Deeze Soort, die in Italië , op Sicilië en op^®°rb!ade'
Kandia groeit, wordt Smyrnium genoemd we-
, gens den Reuk van Myrrhe, die zy heeft, en
daar van heeten fommigen haar Myrrhe - Kruid,
D e Ouden verhaalen, dat deeze Plant groeide op
’t Amanus - Gebergte in Cilicie, een Landfchap
van Klein Afie. De onderde Bladen gelyken
naar die van Eppe, als Vinswyze verdeeld zyn-
de en redelyk groot van omtrek: maar, die aan
de Stengen groeijen , naar die van ’c Kruid dat
men Doorwafch noemt; alzo zy lang - rondach-
tig , zonder infnydingen zyn , en als van de
Steng en Takken doorboord , wordende naar
boven langs hoe kleiner. Het groeit omtrent een
Elle hoog , en verdeelt zig boven in Kroontjes
van geele Bloemen , waar op een rondachtig
zwart
( i ) Smyrr.ium Foliis Caulinis fimplieibus amplexicaulibus.
Syfl. Nat. XII. Gen. 36e, p. ars. Ve%. x ilf. Gen. 363. p.
340. H ■ Cliff. 104. Ups. 66. R..Lugdb. 114. Smyrnium pe-
rejjjrinum rotundo f oblöngo folio. C. B. Pin. 134. Prodr.
s i. Smyrnium Amani Momis. Dod. Tempt. 69t. Lob. Ie.
709. Smyrnium Cret. perfeiiatum. J. B. Hiß, III, p. izj .
O
aop
IV.
A fdeel.