IV.
A fdeel
vu.
H oofd«
s t u k .
Vrieiuyvige.
xu.
Ramex
»btufifoUas.
S t om p -
biadige.
landen en in andere deelen van Europa, by de
Gekrulde en andere Soorten van Wilde Patich
voor, welke het Landvolk Leeken noomt, mis-
fchien om de verachtelykheid van het Kruid. In
Provence noemt menze R énebre. In Switzerland
groeit dezelve, zo de Heer H a l l e r aantekent
, fomtyds drie Ellen hoog. Hier valt zy
kleiner en fchynt dikwils naby te komen aan de
Bloedftreepige, voorgemeld. De allerklein fte
Spitsbladige van L ob e l zal hier ook behoo-
ren : maakende het verfchil van den Grond en
Groeiplaats dat onderfcheid van Gewas. De
Wortel is geel en komt, zo wel als de Bladen
en ’t Zaad , onder de Winkelmiddelen voor.
Men heeftze uitwendig als zuiverende, tegen
Huidziekten; inwendig alsOntlafling maakende,
voorgefchreeven; waarin deeze Soort meest beantwoorden
zou aan den Griekfchen naam. De
Wortel tot poeijer en met Hennendrek tot een
Pap gemaakt, zegt men een zeker Middel tegen
Schurft te zyn , by ’t Gemeen in gebruik
(*)•
(12 ) Patich m et twêejl. E l. , getande K orrel-
, draagende K lepjes en lang H artvorm ige
J lm p a ch tig e gekartelde Bladen*
Door
Mapp. Als. p. i S2.
( i z ) Ramex Flot. HermapJir. &c. Lip. ïnvol. Sem. den-
tato &c. HALL. Helv. 172; Lap. lylv. fol. lubrot. Mor»
hi/l. JU p. j8o. Lap. folio minus acuto. C. B. Pin. t i i .
Lap. vuig. Fol. obtufo. J. B. Raj. Hifi. H s .
C am, Epis. >!%%.. Gort. Büg. 104.
Door de (lompheid der Bladen, by den Wor- W.’
tel naar die van Beete gelykende, verfchilt dee- Afdeel.'
ze alleen van de voorgaande , volgens C a m e - ‘
r a r I ü s , die ’er byna de zelfde kragten aan stu k .
toefchryft. Van de Water - Patich is zy door ^;sr.
de getandheid der Zaadklepjes ligt te onder- ma’
fcheiden. Z y komt by de voorige in de meefte
deelen van Europa vo o r , en overvloedig op
Zandige Gronden , als ook in de Moeshoven
van onze Nederlanden. 1
f 1 3 ) Patich m et tweeß. B I. en getande K lep .
je s ; byna m aar één K orreldraagende; de puichït?
W ortelbladen L ierach tig . schoons
Deeze heeft haar bynaam wegens de fraaiheid
van t Gewas, -welks Wortelbladen naar
een foort van ouderwetfche Schilden, o f naar
het Speeltuig, dat men een Viool noemt, ge-
lyken. Z y loopen naar ’ t end rondachtig en
breeder, hebbende' wederzyds een uitgulping
by den Steöl. De Stengbladen zyn langwerpig
Eyrond en niet uitgehoekt: de r Bloemtakjes
omgeboogen: de Klepjes van den Kelk getand,
aan de tippen ftomp, waar van het buitenfle
een
(13) Ramex Flor. Hermaphr. &c. Lap. Fl. Herrn. Fol.
Lyratis. Guett. Stamp. 1. p. 7. Lap. Ram. procamb. &c.
M o r . Hiß. 11. p , j g o . L a p . p u lc h rum , B o n o n i e n f e l ln u a t u m .
J. J3. Hifi. 11. p. 988. Raj. Hifi. 174. Lap. Arvenfe fubhir-
futum &c. TILL. Pis. 93. T. 37. f. J. Ha l l . Emend. zo.
Wil l , lllufir. 5. Gort. Belg. 103.