IV. (4) Anjelier met Tropswys' vergaarde Bloemen;
AfröEEu Kelkfchubben Lancetvormig ruig , zo
H oofd- als ’t Pypje.
STUK.
iv. Deeze groeit overvloedig op dorre Velden,
Dianthus jn sleeden , Duitfchland , Vrankryk, Switzer- ^trmena. J - :wade. land en Italië, ’t Is eene Soort, die een zeer
lange Steng heeft,met fmalle flappe bynaGrasachtige
Bladeren; de Bloempjes van boven ge-
tropt en uit vyf fpitfe Blaadjes beftaande, die
op de kanten eenige Tandjes hebben en paarfch
zyn met witte Vlakjes. Jaarlyks vergaat dezelve,
zynde een Zaay-Gewas.
V- (5) Anjelier met de Bloemen tot Hoofdjes ver•
Kinderen- gaard; de Kelkfchubben jlomp- Eyrond,
langer dan het Pypje.
Op dunne Stengetjes van een half Voet hoog,
draagt deeze een ronden Kelk, als een Hoofdje,
beftaande uit een gemeen Omwiodzel van ver-
fcheide kleine Anjelierachtige Bloempjes. Men
. vindt-
( 4 ) Dianthus Floribus aggregatis Fasckulatis Sec. Tl.
Suec. 34j. Godan Mtmsp. *13. H. Ciiff. 165. R. Lugdb. 44].
N. 5. Caryoph. barbatus fylv. C. B. Pin. 203. Armeria fylv'
altera &c. Los. Ie. 448 - Tunica Squamis ad bafin Calycis
Jonge mucronatis, Flori squalibus. Ha l l . Helv. 38I.
(5) Dianthus Flor. aggregatis capitatis &c. Gouam- Mtnsp.
2.1 j. H. Ups. 106. OED. Dan. 221. Caryophyll. fylv. pro-
lifer. C. B. Pin. 209. SEG. Ver. 16. T. 7. f. i- Caryoph.
fylv. annuus Sec. MobiS. Hi/l. H. p. $63. Armeria piolifera.
1*05. Ie. 449.
vindtze op drooge Velden in Duitfchland enAFJ^u
de Zuiddyke deelen van Europa. xi.
Hoofd-
** Met eenzaame Bloemen, veelen op één stuk.
Steng.
(6) Anjelier met eenzaame Bloemen en agt 0^ thas
Kelkfchubben grooter dan de Bloem. yerwêtode
Deeze, in Duitfchland voorkomende, fchynt
uit de voorgaande gefprootenofverbafterd te zyn
en is mooglyk maar eene Verfcheidenheid daar
van. De Bladen zyn fmaller, de Steng is Tak-
kig; de Bloemen eenzaam , niet getropt, ftee-
kende het Bloempje naauwlyks buiten het Pypje
uit.
(7) Anjelier met eenzaame Bloemen, de Kelk- vin
fchubben byna Eyrond en zeer kort; dé%tf y9p yU
Bloemblaadjes gekarteld♦ ^ Anjeu«.
(6) Dianthus Flor. folitariis , Squamis Calycinis &c. Ca-
ryophyllo prolifeio afEnis , unico ex quolibet Capitulo flore.
C. B. Pin. 219. Caryoph. fylv. minimus. TABERN. Hiß.
290.
(7) Dianthus Flor. folitariis , Squamis Calycinis fubovati*
brevisfimis 8cc. Mat. Mei. 213. H. Cliff. Ups. &c. 8cc. R.
Lugdb. 443. Coronarius* . Caryophyllus hortenfis fimplex Flore
majore. C. B. Pin. 208. ft. Caryoph. altilis major. Ibid. 207.
y , Car. maximus ruber Se variegams. C. B. Pin. 209. Im-
bricatus. 3, Caryoph. Flore pleno, ex Squamis Calycinis Ion-
gisfimc imbricatis. H. Cliff. Car. Spicam Frumenti referens.
E. N. c. Cent. III. p, 368. T. 9- *. Inodorus. Tunica an-
guftifolia procumbens , Petalis ferratis. HALL. Heiv. 382.
O o 4 c*-
I