IV.
Afdeel.
VI.
, , vergiftigd waren, by té ftaan, fprong’ik ylings
,, te paarde. Toen ikaldaar in ’ t Kachel-Ver-
,, trek van zekeren Boer tradt , verbeeldde ik
„ my bykans in ’t Dolhuis te zyn: gekomen.
' Eerst zag ik op een Bank, naast aan den Ka*
„ chel , een Perfoon zitten, die met traanende
,, Oogen de benaauwdfte zugtingen voortbragt.
„ Aan de zyden van ’t Vertrek lagen’er twee,
„ waar van de een over fchrikkelyke Buikpyn
,, klaagde, de ander gedompeld was in een
„ diepen Slaap | waar uit men hem naauw-
,, lyks opwekken kon. Terwyl ik met 'de Ou-
,, ders over de oirzaaken der Kwaal én de
j, Hulpmiddelen fprak „ komt een Dogrer al
, , lachende en fpringende op my aanvallen ;
j, en een andere wilde my met Vuiften
„ liaan. Dit rumoer bedaard zynde, wèrdc my
,, ’t Geval aldus verteld.
H oofd*
stuk.
TtveeDtyrip.
„ Alle deeze Patiënten waren door een oud
3) W y f in de nabuurfchap, de Wedüw zyn-
,, de van een Yzerfmid, onthaald op Bry,die
„ zy gemaakt hadt van zekere Wortels , wier
„ lekkeren Smaak zy niet genoég kon pryzén.
„ De Wortel my getoond wordende, kende
„ ik hem aanftonds voor dien van Dolle Ker-
, , vel , welke gekookt den Smaak heeft van
„ witte Wortelen. De Bladen , dié hy voor
„ het in ’t Zaad fchieten maakt, hebben vol-
ftrekt de figuur van Peterfelie, maar geeven ,
,, als menze tusfchen de Vingers wryft, een
j, onaangenaaraen Reuk.”
Door Braakmiddelen werden alle die Patien*
ten Wel dra hetfteld 5 doch zulks gelukte niet
in een jong Kjnd , het Welk Pap van dergely-
ke Wortelen hadt gegeten, en die Geeltelyken,
waar van K i Rc h e Rus fpreekt, waren na een
langduurige Kwyning ook geltorven. Daar uit
blykt, dat de Tuin - Scheerling insgölyks Vergiftig
i s , hoewel minder fterk dan de Groote
Land-Scheerling, die wederom in deezen van
de Water-Scheerling Verre overtroffen wordt*
B o eRha a v e verhaalt, dat zekérHüisgézin
Van twaalf Perfoonen, dit Krüid voor Peterfelie
■ gebruikt hebbende by ’t Middagmaal, daar van
geyaarlyk ziek was geworden, en niet dan dooi?
het rykelyk gebruik van Azyn en Wyn, na verloop
van tyd, tot herftelling kwam (*). ,, Men
,, oordeelt, zegt Doktor S h o r t , dat fterke
„ Wyn het befte Tegengift in deezen zy ( f ) .
„ ïk
(*) RüTTÏ Mat, Mei. p. I2J.
( t l Enkel Melk is door de Ouden reeds als een T e g en g ift
aangépreezen, en ook onlangs in Düicfchland dienftig beVon*
den: doch het verfchilt veel of mért het Kruid dan de Wortels,
en deeze raauw o f gekookt, gebruikt hebbel als ook,
hoe lang ligt geleeden zy. Ingevalle de Wortels raauw ge*
bruikt zyn en men ’er aanftpnds bykornt, dan is de Ontlasting
door Braaken noodig : anders zal men mooglyk do at
verzagtende cn verfterkende Middelen, gelyk Melk o f Wyn,
Aiyu met Theriaak, Honig enz. meer uicregten , befchutren*
de dus de Maag en ’t Gedarmte voor de aandoening van ’t
Vergifc en des zelfs uitwerping neder waards of ook door da
Zweetgaten bevorderende.
IV.
Afdeel,
VI.
Hoofdstuk.
•Digjsia.