IV. ( i y ) Patich m et ............. Bloem en, H a rtvo r-
AFvDr - mig P ieksw yze Bladen en leggende S ten gen }
H oofd- die hoekig zyn .
STOK.
^xxix. In de Upfalfche Tuin heeft dit Gewas, van
xurians* de hooge Gebergten by Bononie in Lombardye
z^udngf afl<omfl:ig, geen Bloem willen vertoonen, niet-
tegenftaande het zeer weeldig groeide, brengende
een menigte van leggende , Takkige, hoek
ige , geftreepte Stengen, die één o f anderhalf-
Voet lang waren, üit een Wortel met dergely-
ke Knobbels daaraan hangende,als in de Knobbel
-Zuuring , voort. De Bladen, van gezegde
gedaante, waren uitermaate zuur, aan den rand
paarfchachtig, gegolfd en naauwlyks gekarteld.
Z y zyn langer dan die van de Veldzuuring, zo
L i n n j e d s aanmerkt. Hier mede wil zyn Ed.
dat men eene Kaapfe Zuuring-Plant, doorPiao-
k e n e t afgebeeld, zal vergelyken,
xxx. Daar zyn genoegzaame redenen, om die Ja-
JImu'ui.Panfche Plant, waar van ik in Fig. 3 , op Pl a a t
zmü"-!^3' -^LVI I , de Afbeelding mededeel, insgelykstoc
W-xLvii. cjlt Geflagt te betrekken. Ik g e e f ’er derhalye
- 3' den naam van K roontjes - Zuuring aan. Zeer
blykbaar, immers, heeft dezelve een algemeen
Kroontje, uit byzondere famengefteld, hebbende
het eerfte een éénbladig, de anderen veelbla*
(29) Rumex Flor................ , Fol. Cordato- Haftatis, Cau»
libus decumbemibus, angulatis. Mant. 64. Acetofa Fagopyri
folio. Bocc. Mut. 16s. T. 12S. Flus. Phyt. T. 331. f. 2.
bladige Omwindzels. De Steng is kruipende, IV.
hoekig o f gtfleufd , bogtig en met Knoopen , A f° eie l*
aan ieder van welken zy een groote Vliezige Hoofd.
■ Scheede h e e ft, zo' wel als aan den oirfprong5TUK*
der Takken en Bladfteelen. De Bladen , wier»! J W‘?y"’
figuur Piekswys’ Hartvormig o f Spatelachtig is , *
zyn op de gewoone manier geaderd, niet fterk
geribd en hebben middelmaatige Steden , die
vry dun zyn. Geen Wolligheid heeft in ’t gebee-
le Gewas plaats. Op ’t end der Takken komt
uit een dergelyke Vliezige Beursachtige Scheede,
het Bloemfteeltje voort, dat de Kroon draagt
benevens nog een byzonder Steeltje , met een
enkeld Kroontje , hoedanigen ’er vier op het
andere Steeltje zyn , elk een byzonder Steeltje
hebbende. Van de Omwindzels heb ik gefpro-
keD. ’t Getal der Bloempjes, in ieder Kroontje
, fchynt omtrent tien te zyn. Blykba.rlyk
hebben dezelven , door ’t Mikroskoop onder-
zogt zynde, een Kelk die verdeeld is in drie
(pitfe , waar binnen drie ftompe Bloemblaadjes.
In ’t midden van de Bloem zyn drie lange dunne
witte Stylen , ieder met een roodachtigen
Stempel geknopt, en omringd van zes kortere
Meeldraadjes met .groote ronde Knopjes.
} Dus komt het getal,gelyk de Ridder fpreekt,
in deeze Plant volmaakt met dit Geflagt over-
een ( * J , en , zo veel ik zien kan, in deeze
klei-
(*) Dat is Calyx 3 fiiu s s CerelU 3 ftta la ; Stamina 6
3 1 Sem. 1.