IV.
Afd e e l .
VII.
Hoofds
tu k .
Ui.
AiUmaDamafonium.
Geteemde.
IV. Co’ difol'ui.
Hattbladige.
(3 ) Water - Weegbree met langwerpig Hart-
vormige Bladen en zeswyvige Bloemen: de
Zaadhuisjes Elsvormig.
Deeze Soort , die de Haauwtjes der Zaaden
Sterswyze geplaatst heeft en daar door, zo wel
als door de Bladen, zeer zigtbaar van de anderen
verfchilt, is , zo wel als de volgende, Da-
mafonium genoemd door V a i l l a n t en andere
Kruidkundigen ( * ) . De vermaarde T our-
n e f o r t hadt ’er, onder dien naam, een by-
zonder Gefiagt van gemaakt en de Bloem, zo
wel als ’t Zaadhuisje, zeer fraay afgebeeld; ge-
lyk men de geheele Plant by L o b e l vindt. Z y
groeit in Engeland en Vrankryk op Waterige
plaatfen,
(4.) Water-Weegbree met Jtomp Hartvormige
Bladen , twaalf'mannige Bloemen en
Haakig gefpitjie Vrugten.
Dee*
\ (3) Alisma Fol. Cordato - oblongis &é. Alisma Fïü&u fex-
coini. H. Cliff. 141. Gouan Monsp. 19c. R. Lugdb. 46.
plant. Ag. Stellata. C. B. Pin. 190. Plant. Aq. minor altera.
LOB. Ie. 301. Damafonium ftellatum. DAL. Hifi. 1038.
(*) Vaillant vertaalt dat woord , Flute de Berger of
Herders - Fluit en de Duitfchers noemen dit Geflagt Fro/ch-
ïöffel , dat is K'kvorfch - Lepel ; welke beide benaammgen
my wat vreemd en ver gezogt voorkomen.
(4} Alisma Fol. Cordatis obtulis &c. Damafonium ramofum
Folio Cordiformi. Va il l . Mem. de 1719. p. 28. Sagitraria
Virginiana &c. MOR. Hi/l. III. p. fii8. S. i j . T. 4. f.
Ranunculus Aquaticus, Afari foltis 8cc. Flum* Sp. 7. Ie. 234'
f. 3.
Deeze , die als een middelflag tusfchen de IV.
Water-Weegbree en het Water-Pylkruid uit. A fd e e l .
maakt, groeit, volgens de Waarneemingen, zo Ho o f d -
wel in Zuid- als in Noord - Amerika. Ten min-STUS*
Ite worde de Wa ter-Ranonkel, met M an s -O o r ? oly& ’
Bladen , die aan de Knoopen Kroontjes draagt,
van P u j m i e k , hier ook t’huis gebragt.
( 5 ) Water - Weegbree met Jlomp - Eyronde v.
Bladen en eenzaame Bloemfieelen. natll!™*
Dryvende.
(<•) Water - Weegbree met Liniaal Lancet- vu
vormige Bladen en Klootronde rappige Zaadhuisjes.
R a n o n k d -
achtige.
Deeze beide Soorten groeijen op fommïge
plaatfen van Vrankryk, Engeland en Sweeden,
in de Slooten. D e eerfle moest niet verwarren
met den Tf^ater- Eanonhelj die Grasachtige en
ronde Bladen heeft. Z y heeft doorgaans agt
Zaadhuisjes. D e andere komt in onze Nederlanden
, overvloedig , in de Trekvaarten van
Zuid-
(s) Alisma Fol. Ovatis obtufis , &c. Fl. Saec. II. 3^,
Damas. repens Potamogetonis rotundifolii folio. Va il l . M e i '.
1719. p. 29. T. 4. f- 8. Ranunculus paluftris Fol. Grami-
neis & fubrptundis, Pe t it . Gen. 47. Z inn. Geen. 112.
(6) Alisma Fol. Lineati - Lanccplatis &c. Al. Fr. globofo
und;que echinato. Hen. Cliff. R. Lugdb. 44. FL Belg. ' sa f.
Gouan. Monsp. 130. Scc. &c. Damas. anguft. Plast, folio.
Vaill.^ Mem. 1719. p. 3J. Plant. Aq, lnimiiis anguftifolia.
J- B. Hij}, in . p. 738. L ob. Ie. 3.00. Ran. Aq. Plant. Folio
angiiftisQmo. Pet. Gas. 41. T. 25. f. u .
II. Deel. Vi i i , Stuk,